• JEUGD

Wij zijn Simon en Ward

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Wij zijn allebei vier jaar. En we zijn dikste vrienden.

Ward: We zitten op de kleuterschool samen in dezelfde groep. Bij juf Linda en juf Jet. 

Simon: Het zijn hele lieve juffen. Soms, als we stout zijn geweest, zeggen ze Pot Jan Dop! Wij zeggen: retteketet naar juffrouw Jet.

Ward: Ik ben nooit stout. Simon wel, hij gilt heel hard. Samen spelen we vaak met autootjes en blokken. We maken het soms kapot en dan maken we weer iets nieuws. Wij spelen vaak samen dat we allebei hondjes zijn. Dat is echt heel leuk. Wij blaffen niet, wij zijn pratende hondjes. Wij hebben thuis geen hond, we hebben helemaal niks.

Simon: Wij wel. De buurman heeft een hondje en hij heet Bruno. Hij is ook een beetje van mij. Hij heeft een blauw oog en een bruin oog. Ik heb alleen een bruin en een bruin oog. 

Ward: Ik heb een blauw en een blauw oog. Ik ben verkouden. Ik slaap nu op een kamer met mijn twee broertjes omdat ons huis  helemaal kapot gemaakt is door de werkers. Wij wonen nu in een klein huisje in onze tuin tot ons grote huis klaar is. Dan krijgen we allemaal een eigen kamer. Dat duurt niet meer heel lang.

Simon: Ik heb buikpijn. Ik heb te veel gegeten. 

Ward: Wij gaan frietjes eten bij de friettent. Wij gaan in de friettent eten. Dan gaan we netjes eten maar soms smak ik wel eens.

Simon: Ik kan fietsen met zijwieltjes en ik heb een zusje en zij heet Elisabeth, zij is al zes jaar. Meer wil ik niet vertellen.

Ward: Ik kan ook fietsen en ik heb een kilometerteller op mijn fiets. Dan kan ik zien hoe hard ik ga. Ik heb een gemiddelde broer en dat is Stef. Hij is zes jaar. Mijn andere grote broer is Dirk en hij is acht jaar.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906