We kunnen spreken van een leven vóór en ná. Ik spreek over de computer. Is de computer een onderdeel van het leven geworden? Of toch (nog) niet?
Anna 29 jaar: Ik zou niet weten wat ik zonder computer moest. Het is mijn werk.
Maria 55 jaar: Ik kan niet eens typen. Ik denk er voorzichtig aan om het te gaan leren. Eerst typen en dan op internet.
Jan 44 jaar: Het is mijn hobby. Als ik vrij ben werk ik heel wat uurtjes op mijn computer. Het is mijn hobby en ik werk de website van mijn sportclub bij.
Gerard 59 jaar: Ik ben mijn werk verloren omdat ik niet met de computer overweg kan.
Mark 21 jaar: Ik kon geloof ik eerder typen dan schrijven. Ik speel graag spelletjes en ik maak mijn scripties natuurlijk op de computer.
Marja 49 jaar: Op een gegeven moment werden op het werk computers aangeschaft. Ik moest wel. Nu ben ik daar dankbaar voor.
Nellie 72 jaar: Ik snap er niets van.
Jos 33 jaar: Ik zou geen leven hebben zonder!
Carla 67 jaar: Mijn man kan er wat van. Hij doet spelletjes op de computer. Onze dochter reist veel en we kunnen dan mailen. Daar ben ik erg blij mee. Ik kan nu veel geruster zijn.
Louise 56 jaar: Ik ben erg blij dat ik de elementaire dingen geleerd heb zoals telebankieren, brieven schrijven, mailen en op internet. Je raakt achter als je het niet kunt.
Pieter 42 jaar: De computer is mijn lust en mijn leven. Op mijn werk en ook privé.
Koen 14 jaar: Lijkt me helemaal niks als er geen computers zouden zijn.
Paul 47 jaar: Ik ben er niet mee opgegroeid. Het zit niet echt in mijn bloed. Ik werk er wel mee maar het zal nooit mijn hobby worden.
Vera 51 jaar: Ik kan me een leven zonder computer goed voorstellen. In mijn leven komt hij niet voor.
Jerry 39 jaar: De computer is niet weg te denken. Hij maakt het leven een stuk gemakkelijker.