Vaak denken mensen dat ze niets kunnen. Dat ze geen speciaal gebied hebben waar ze goed in zijn. Niets is minder waar. Iedereen kan iets ietsje beter dan een ander.
Nelly 58 jaar: Ik ben goed in mensen helpen die in de put zitten. Ik ben niet goed met cijfers.
Charles 65 jaar: Ik ben goed in taal en schrijf bijvoorbeeld gedichten. Ik ben niet goed in luisteren naar andermans problemen.
Aukje 25 jaar: Ik kan heel goed improviseren.
Louise 62 jaar: Ik kan goed feesten organiseren. Ik kan niet goed poetsen.
Jeroen 35 jaar: Ik ben goed in mijn werk en ik ben niet goed in dingen ‘uitpraten’.
Marianne 51 jaar: Ik kan niet goed koken maar wel heel mooi strijken.
Ellen 45 jaar: Ik kan heel goed opruimen maar soms niet goed inschatten dat iets echt niet weg gegooid mag worden.
Jan 72 jaar: Ik kan nog heel goed fietsen, lopen is niet meer wat het geweest is.
Yente 11 jaar: Ik kan goed tekenen maar ik ben met gymnastiek niet heel erg goed.
Ton 48 jaar: Ik ben heel nauwkeurig in mijn werk maar ik kan mijn mond niet houden als dat wel zou moeten.
Miriam 30 jaar: Ik kan goed troosten en kan ook heel goed dingen uitstellen.
Cas 22 jaar: Ik ben goed in mijn tijd indelen en niet goed in belangrijke data zoals verjaardagen onthouden.
Trudy 27 jaar: Ik kan goed met kinderen omgaan en een stuk minder met bejaarden.
Frans 59 jaar: Ik ben heel handig. Wat ik zie, maak ik na maar in het huishouden ben ik een nul.
José 50 jaar: Ik kan taarten bakken die je niet kunt onderscheiden van de taarten van de bakker. Ik tuinier niet graag en dat is te zien in de tuin.
Carla 63 jaar: Ik tennis nog steeds maar ik kan slecht overweg met de computer.