Beste Fiena,
Mijn naam is G. En ik ben nu 64 jaar. Ik ben dus bijna bejaard en nog net 55 plusser. Ik word al oud. Ik kan nu wel zeggen dat ik heel gezond ben en gezond leef en me nog helemaal niet bejaard voel. Maar ik ben het wel. Ik verf al jaren mijn haar en de zwaartekracht heeft meedogenloos toegeslagen. Ze zeggen ‘mevrouw’ en ‘u’ tegen mij bij de bakker. Het is lang geleden dat dit wel anders was. Ik word ook niet meer geacht om naar de kroeg te gaan of uit mijn bol op een feestje. Sterker nog, ik kan geen alcohol meer verdragen en zit braaf achter een spaatje. Behalve een heel enkele keer met Vastelaovend en met mijn verjaardag. Dan denk ik niet aan de kater van drie dagen. Dan ga ik los! Maar alles bij elkaar genomen leid ik een tamelijk saai leven in vergelijking met vroeger. Op tijd naar bed en op tijd weer op. Ik werk wel nog maar dan in een lagere versnelling. Volgend jaar is ook dat verleden tijd.
Mijn avonden worden steeds korter. Voor mij geen wilde plannen voor de avonduren. Ik lig op tijd in bed en kijk misschien nog even tv of lees een paar bladzijden, Niet te veel en vooral niet te spannend. Ik kan ’s morgens niet lang uitslapen want ik heb steeds meer tijd nodig om toilet te maken. Haastwerk kan ik niet meer aan, ik word er zenuwachtig van. Heel anders dan vroeger, toen was douchen en aankleden nog een fluitje van een cent en in noodgevallen binnen 10 minuten geregeld.
Ik lees iedere dag de krant en spel de overlijdensadvertenties uit. Ik zie dat velen van mijn leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige verwisselen. Soms na een lang ziekbed en in dat geval heeft de dierbare overledene een strijd gestreden die niet te winnen was. De koude rillingen lopen over mijn rug. Staat me dat ook te wachten? Soms betreft het een plotselinge, niet verwachte dood. Lijkt me vreselijk voor de nabestaanden. Dat wil ik ook weer niet. Ik wil afscheid kunnen nemen van mijn geliefden. Zoals in de film, liggend als een prinses in een prachtig hemelbed. De hele familie en goede vrienden rond mijn bed. En ik spreek mijn laatste wijze woorden. Daarna ga ik in vrede.
Het iedere dag in de krant lezen dat het leven kort en wreed is, vind ik niet gemakkelijk. Om heel eerlijk te zijn: de tranen rollen iedere morgen over mijn wangen. Van medeleven met de overledene, de nabestaanden maar vooral met mezelf. Dit lot is mij ook beschoren. Hier kom ik zelf ook niet onder uit. Daarbij gaat de tijd ook nog dringen. Gelukkig weet niemand wanneer zijn laatste uur geslagen heeft, Zoals mijn kleinzoon van vijf laatst vertelde over het sterven tegen een vriendje: 80 jaar is oud maar met 90 jaar moet je echt gaan uitkijken! Ik begin nu al met uitkijken. Ik kijk goed uit waar ik loop, eet niet echt lekker, wel gezond, roken is er ook al niet meer bij, Ik zie nooit meer de zon opkomen na een feestje, Ik vermijd stress, bijvoorbeeld spannende thrillers op tv.
Beste Fiena, Wat kan ik nog meer doen om nog lang en gelukkig te blijven leven?
Beste G, Vooral geen ouwe zeur te worden.