Beste Fiena,
Misschien ben ik wel een beetje dwars. Oké ik kan daar mee leven. Ik volg mijn gevoel en mijn instinkt. Soms zit ik er naast naar vaker zit ik precies goed. Dat vind ik tenminste zelf.
Het is zo dat in mij huis gerookt mag worden. Nog steeds. Voor de rokers is dat heel prettig om niet in de kou, regen of stekende zon buiten te moeten staan. Voor de niet-rokers is het niet fijn. In mijn familie en vriendenkring een minderheid. Sommige niet-rokers komen niet meer. Ik hoor zelf bij deze minderheid. Ik rook al meer dan tien jaar niet meer. Maar ik heb er helemaal geen last van. Niet van de rook en ook niet van de stank. Als er mensen bij mij op bezoek zijn en zij hebben wel last van de rook, gaan de rokers helemaal uit zichzelf en geheel vrijwillig naar buiten. Ik kijk er naar met een soort van trots. Wat heb ik toch een lieve familie en vriendenkring.
Er is iets anders dat mij vreselijk stoort en andere mensen klaarblijkelijk niet. Dat is als mijn visite bezig is op hun mobiele terwijl wij samen in gesprek zijn. De vingers gaan vliegensvlug over de minitoetsjes. Ze doen alsof ze naar mij of een ander luisteren maar hun blik is naar binnen gekeerd. Zij kijken alsof ze in de verte iets zien zoals een schip op zee of een vogel in de lucht. Gewoon afwezig, eigenlijk in een andere wereld. Namelijk de virtuele wereld. Waar ik niet besta. Een grote filosoof zei ooit: Ik denk, dus ik besta. Tegenwoordig zou hij zeggen: ik ben bereikbaar, dus ik besta.
Fiena, ik ben van plan om een verbodbordje op te hangen in mijn huiskamer met een foto van een mobieltje en een streep daardoor. In plaats van verboden te roken. Ik geef mijn bezoek mijn volle aandacht en die wil ik niet delen met iemand die ik niet kan horen, zien (of ruiken).
Beste M,
Niet-rokers en schermpjesverslaafden mijden uw huis, wie blijft nog over?