Beste Fiena,
Mijn omgeving is tegen mij. Ze beweren dat ik een rasechte pessimist ben. Ik ben van mening dat ik een realist ben. Ik ben omgeven door mensen die alles door een rose bril bekijken. Op een gegeven moment is het dan janken met de pet op als het realisme ze heeft ingehaald. Kijk, mijn vrouw bijvoorbeeld vindt alles ‘leuk’. Het leven is volgens mij niet leuk. Je kunt wel net doen alsof maar wat heb je er aan. Kijk nou bijvoorbeeld eens naar verjaardagen, feestdagen, carnaval. Meestal loopt het op een kater uit. Ik bedoel niet eens een kater van het te veel drinken maar een geestelijke kater. Men bedenkt allerlei zogenaamd leuke activiteiten maar de realiteit is dat het allemaal veel geld kost, dingen zwaar tegenvallen zoals hét grote cadeau, de verrassing van de avond voor moeder die 80 werd. Moeder was helemaal niet blij met een reisje over de Rijn met een schip. Ze wil niet op een schip, ze wordt er zeeziek van. Daarnaast houdt ze er niet van om vreemd eten te eten. Het is dus voor moeder en de bedenkers van deze verrassing een deceptie. Het hele feest is verpest. Had moeder nu haar mond gehouden en net gedaan alsof ze blij was, maar dat deed moeder niet. Ze zei meteen dat ze niet wilde. Groot gelijk, vind ik. Moeder zat ook helemaal niet op een feest te wachten in haar eigen huis. Ze hoefde weliswaar niets te doen, maar toch. Allerlei mensen over de vloer die aan haar spullen zaten, tafels en stoelen verplaatsten, haar beste servies niet met de nodige voorzichtigheid behandelden. Haar tapijten oprolden en in de schuur legden. Moeder vond het helemaal niks. Niemand van de kinderen luisterde naar haar. Behalve ik, een schoonzoon. Maar ik werd door de rest van de familie weggehoond toen ik zei dat het feest een en al ellende zou worden. Maar ik kreeg gelijk.
Vorig jaar kwam mijn vrouw op het onzalige idee voor een tweede huwelijksdag, een soort bevestiging van het huwelijk. Wat moest ik? Ik kon niet zeggen dat ik dat niet zag zitten. De pleuris zou uitgebroken zijn. Ik zou niet van haar houden, had ook nooit van haar gehouden enz. Dus ik zei niet veel, ik probeerde de (huwelijks) boot af te houden. Maar ook de kinderen waren enthousiast. Het werd in mijn ogen een nepfeest, een nepbruiloft met een nepbelofte. We hebben toch allang voor elkaar gekozen? Waarom dat nog eens ten overvloede in tegenwoordigheid van de hele familie en vriendenkring hardop uitspreken? Wat een flauwekul. Nou ja, het is achter de rug. Mijn vrouw blij. Kinderen gerustgesteld dat we niet zouden scheiden. Ze bedenken niet dat dit volgend jaar heel anders kan zijn. Ze hebben zich laten verblinden door een soort toneelspel, een kostuumfeest. En iedereen speelde zijn rol.
Fiena, deze gedachten zijn toch gewoon realistisch?
Beste P,
Deze gedachten zijn misschien wel realistisch maar helemaal niet leuk.