Beste Fiena,
We klagen wat af met zijn allen. Ik niet hoor, ik ben een tevreden mensen. Behalve natuurlijk het weer, dat gooit vaak roet in het eten. Altijd als ik een uitje of barbecue plan, regent of stormt het of is het te koud of te warm. Maar er is altijd wat. Enorm vervelend. Gek genoeg ervaren andere mensen dit niet. Vrolijk plannen zij allerlei leuke dingen. Mijn plannen kunnen nooit doorgaan. Verder is er in mijn leven geen vuiltje aan de lucht alleen vind ik het niet leuk om boodschappen te doen. Altijd hetzelfde. Denk ik dat ik alles in huis heb, ben ik een belangrijk onderdeel vergeten. Zoals de peterselie ter versiering van mijn koude schotel of de cola zero. Dan raak ik geïrriteerd en heb geen zin meer om te koken. Mijn plezier om iets lekkers klaar te maken is verpest. Maar verder is alles oké, ware het niet dat mijn plantjes in de tuin het niet goed doen. Ze groeien niet goed en hangen slap in de potten. Ik kijk bij de buren waar alles groeit en bloeit. Ik vraag me af waarom ben ik weer de klos en heb slechte planten gekocht. Ik prijs me wel gelukkig met de vrienden en vriendinnen die ik heb. Ze komen langs en bellen mij. Jammer genoeg niet vaak. Ze laten het eigenlijk wat afweten. Druk, druk druk. Ik zou willen dat ik het zo druk had. Ik weet niet waarmee ze het druk hebben. Ik hoor wel van vakanties, bezoekjes van de kinderen, oppassen op kleinkinderen en clubjes te kust en te keur. Nou, daar heb ik allemaal echt geen tijd voor. Mijn huis is daarentegen spic en span. Maar ja, wat heb ik daaraan als niemand het ziet? Geregeld moet ik horen van nieuwe liefdes van vriendinnen en vrienden. Op hun leeftijd gebeurt het zomaar dat ze verliefd worden. Dat noem ik een Godswonder. Wie wil nu een oude vrouw of man? Ik moet er niet aan denken. Mannen zijn niet te vertrouwen. Ze deugen stuk voor stuk niet. Dus ik wens de geliefden veel succes. Maar ik weet zeker dat het allemaal uiteindelijk geen constante roze wolk oplevert. Ik verheug me altijd op mijn verjaardag. Daar moet ik mee ophouden. De helft van de familie komt niet opdagen, de andere helft brengt cadeautjes mee waar ik niet op zit te wachten. Na dat het bezoek weg is, bekijk ik de buit en kan wel huilen. Niets waar ik blij van word. Als ik verder mijn leven bekijk, moet ik niet klagen. Ik heb een dak boven mijn hoofd en genoeg te eten. Meer heeft een mens niet nodig. Maar leuk is het leven niet.
Beste N,
Ja, het leven is zwaar maar kan altijd nog erger.