Beste Fiena,
Sommigen noemen de strijd tegen het virus een oorlog. Maar ik vind het, in mijn situatie, vooralsnog een saaie oorlog. Het enige wat ik moet doen is gewoon thuisblijven in mijn veilige huis. Daar kan mij niks gebeuren. Mits ik niemand toelaat. Daar ben ik dan ook streng in en volg alle aanwijzingen van de premier en de koning. Gewoonlijk ben ik nogal recalcitrant, nu even niet. Ik ervaar het tot nu toe niet als moeilijk, wel vervelend om mijn familie en vrienden en kennissen niet te zien. Weet je, Fiena, ik voel me veilig. Geen bommen op mijn huis, Ik hoef niet te vluchten naar onbekende bestemming. Er wordt voor mij gezorgd als dat nodig mocht zijn. De vijand is klein en onzichtbaar maar wel te overwinnen. We tasten in het duister wat de toekomst betreft. Dat is een angstig gegeven. Een troost is dat, voor nu, ik in mijn eigen huis het einde van de crisis kan afwachten. Lezend, tv kijkend, puzzelend, knutselend, schrijvend. Ik ben heel verdrietig om de mensen die het virus wel getroffen heeft en ziek zijn of erger. Tot nu is er nog niemand die ik ken ziek of overleden. Een groot verdriet waart door de diverse landen. Voor hun is het wel degelijk een vreselijke oorlog. De wereld bevolking wordt hard getroffen maar de mensen laten in de meeste gevallen hun goede kant zien. Mooie initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond. Nog een bijverschijnsel, de lucht wordt schoner.
Beste M.W.
We hebben er jammer genoeg niks aan omdat we binnen moeten blijven.