Ieder zijn vak

kelner
Door
Mar-Li Wingens
15 januari, 2005

Henk Spoelman (39) is kelner, ober en gastheer. Zo’n beetje van alles wat. Dat vak beoefent hij al twintig jaar. Wat is nu zo leuk aan?

Waar heb je zoal gewerkt?

Henk: “ Ik heb zes jaar in de Stationsrestauratie gewerkt in Roermond, Daarna zeven jaar bij café Nationaal en nu al zeven jaar hier in lunchroom De Kroon. Ik ga nog iedere dag fluitend naar mijn werk. Ik heb plezier in mijn werk. Ik vind het een mooi vak. Elke dag is anders.”

Vind je het een voordeel dat je nu overdag werkt?

“Toen ik nog bij Nationaal werkte maakte ik wel dagen van ’s morgens 11 uur tot ’s nachts 2 uur. Maar ik vind wel dat deze werktijden bij een baan in de horeca horen. Dat weet je van tevoren. Daar moet je het wel over eens zijn met je partner en daar een weg in vinden. Nu kan ik het journaal van acht uur life zien. Dat is een voordeel voor mijn familieleven en voor mijn sociale contacten. Ik heb twee kinderen, Deseré en Vivian en mijn tweede vrouw heet Nicole.“

Welke opleiding heb je gedaan?

“Ik heb de lagere hotelvakschool in Sittard gedaan en van daar uit ben ik stage gaan lopen in De Beukelaar in Roggel. Toen ben ik in militaire dienst gegaan en daar heb ik in de keuken gestaan. Toen heb ik ook echt voor het vak kelner gekozen. Dat ligt mij beter.”

Wat is het verschil met hier werken en in het café?

“In het café heb ik heel veel geleerd en mensenkennis opgedaan. Ook mensen leren waarderen. Er kwamen veel vaste gasten en die kende ik allemaal bij naam. Ik had een goede, strenge baas en bazin. Ze hadden de wind er onder en werkten zelf ook keihard. Het was een goed team. Dat heb ik hier nu ook weer. We werken allemaal met plezier en kunnen alles tegen elkaar zeggen. In het café hebben de mensen meer tijd, het is wat gemoedelijker. Hier komen de mensen vaak om een kopje koffie en wat lekkers tussen het winkelen door. De bus moet gehaald worden of ze moeten weer snel naar huis. Wij krijgen hier ook veel toeristen en winkelpubliek. Hier ken ik de meeste gasten van gezicht maar niet van naam.”

Zijn er ook overeenkomsten?

“In het café hadden we een mooie kaart en hier ook. Onze specialiteit is natuurlijk patisserie. Daarnaast kun je hier een tosti eten maar ook zeetong.”

Wat vind jij belangrijk in je vak?

“Bijvoorbeeld dat ik mensen begroet. Ik hoef niet naar ze toe te gaan maar een knikje en laten zien dat ik hun gezien heb en naar ze toe kom. Ook bij het weggaan. Even goedendag zeggen. Ik wil dat mensen zich op hun gemak voelen.”

Hoe denk jij over het verbod op roken in de horeca?

“Persoonlijk vind ik dat prima. Ik ben niet-roker maar ik rook dus al 20 jaar passief mee. Ik ben van mening dat in gelegenheden waar gegeten wordt, niet gerookt hoeft te worden. In café’s vind ik dat wat anders. Het hoort bij elkaar een drankje en een sigaret. Dit jaar moeten we 25 procent van de ruimte rookvrij maken, volgend jaar 50 procent, in 2007 75 procent en uiteindelijk in 2008 helemaal rookvrij. Daar ben ik het wel mee eens.”

Deel dit artikel

Lees volgende Ieder zijn vak
handelaar in antiek
Lees volgende artikel
Vriendinnen