Rob Duckers (35) is een gedreven mens. Hij raakt niet uitgepraat over zijn vak. Rob heeft meerdere banen en is met verschillende projecten tegelijk bezig, op zijn werk en gewoon voor zijn plezier.
Waar werk je?
“Ik werk bij de Europese vestiging van een Emerson College, een Amerikaanse universiteit. Ik geef daar kunstgeschiedenis en ben assistent-directeur van het Europese programma. Daarnaast ben ik conservator in de St. Servaasbasiliek in Maastricht. En ik stel twee tentoonstellingen samen, een in Roermond in het voormalige Kartuizerklooster en een over oude handschriften uit de vijftiende eeuw in Nijmegen.”
Hoe stel je een tentoonstelling samen?
“Eerst maak ik een concept. Wat wil ik nu precies laten zien ? Het moet niet zo zijn dat ik wat oude spullen bij elkaar breng en dan moeten de mensen maar komen kijken. Ik wil een verhaal vertellen. Dat moet heel duidelijk zijn. Bijvoorbeeld het verhaal over de vermoorde Kartuizers in Roermond. Ik ben me daar in gaan verdiepen en het blijkt dat er nog heel veel materiaal voorhanden is. Aan het eind van de zestiende eeuw is deze tragedie als een lopend vuurtje door heel Europa gegaan. In Spanje en Italië werden daar schilderijen over gemaakt. Er werden toen zelfs vlugschriften gemaakt over wat de protestanten die arme katholieken hadden aangedaan. In heel West-Europa werd dit verhaal bekend. Hoewel ik het verhaal kende, heb ik me nooit gerealiseerd dat het zoveel weerklank vond. Een andere belangrijke figuur in het hele verhaal is Dionysius de Kartuizer, een wereldberoemde theoloog die in de vijftiende eeuw in het Roermondse klooster leefde en werkte. Geschriften van zijn hand halen we uit heel Europa weer naar Roermond. Het is een uitdaging om deze werken bij elkaar te brengen voor de tentoonstelling. In 1783 sloot het klooster en alle spullen en kunstwerken werden verkocht en raakten verstrooid over de hele wereld tot in Australië toe.”
Wat komt er nog meer bij kijken?
“Ik doe eerst onderzoek naar waar alles gebleven is. Ik onderhandel met musea en kerken om kunstwerken naar Roermond te krijgen. Lukt dat, dan moet zo’n kunstwerk of handschrift verzekerd worden, het vervoer moet geregeld en daarbij moet de locatie voor de tentoonstelling uitgezocht worden. In dit geval het Kartuizerklooster. Daar moet klimaatbeheersing aangelegd worden en ook een alarminstallatie. In september beginnen de werkzaamheden. Er zijn veel kosten aan verbonden. Daarbij moet je weten dat alle mensen in de organisatie niet betaald krijgen!”
Vertel iets over het vervoer?
“Een handschrift bijvoorbeeld wordt in een klimaatkist verpakt en moet drie dagen acclimatiseren. Daarna wordt het op het vliegtuig gezet. Er moet altijd een koerier mee. Het werk moet hier aangekomen, weer drie dagen acclimatiseren. Daarna gaat het in een vitrine. Als de tentoonstelling afgelopen is moet dezelfde procedure opnieuw plaatsvinden.”
Wat heeft jouw speciale belangstelling?
“Middeleeuwse handschriften. Soms kan ik ze zó lezen en soms is het een heel gepuzzel. Met handschriften uit de 18e eeuw kom ik een heel eind. Handschriften uit de 16e eeuw ligt al moeilijker. Meestal is het Latijn of Nederlands of Duits en soms Frans. Als ik het dan ontcijferd heb, kom je soms achter vergeten hoofdstukjes van de geschiedenis.”
Wat zijn je toekomstplannen?
“Mijn streven is om binnen twee tot vijf jaar conservator van handschriften te worden in New York.”