De goedheilig man maakte even tijd voor De Trompetter om enkele prangende vragen te beantwoorden. Sinterklaas heeft een hoge pet op van de lezers van deze rubriek en wil hun graag ter wille zijn. Onderstaande woorden richt hij rechtstreeks tot de lezers:
Dag trouwe lezers van De Trompetter
Nou, nou dat is wel heel aardig van u, u wit mij enkele vragen stellen. Daar zal ik wel even tijd voor maken, hoor!
Wat is er leuk aan om Sinterklaas te zijn?
“Dat is direct een hele goede vraag, kijk, het aller leukste is altijd op de zondag van de intocht in Roermond als ik met mijn vele, vele, grote en kleine pieten de haven van de stad binnen vaar. Een prachtig uitzicht boven op de boot, allemaal blije gezichten allemaal zwaaiende en zingende kinderen, papa en mama’s en opa en oma’s. De kerkklokken luiden, de vlaggen waaien heen en weer. Ondanks dat het wel eens heel af en toe regent op zo’n dag, schijnt toch altijd de zon. Begrijpt u!”
Hoeveel personeel heeft u in dienst?
“Als we naar Roermond komen heb ik meestal zo’n tachtig pieten bij me. Er zijn veel verschillende soorten pieten, ook pieten die al heel veel jaren trouwe dienst bewijzen. Die worden daarvoor extra beloond. Dat kunt u zelf zien beste lezer. Deze pieten hebben een klein zilveren speldje op hun prachtige pietenpak. Dit speldje bestaat uit een mijter en een staf; van echt zilver gemaakt hoor! De pieten die er een hebben zijn er zelf ontzettend trots op.”
Wie zorgt er voor u als u in Roermond bent?
“Als ik in Roermond ben word ik heel goed verzorgd door het Sint Nicolaascomité. Dit is een groep enthousiaste mensen die zorgen dat alles perfect verloopt. Ze denken werkelijk aan alles. Ze zijn al enkele maanden van tevoren hiermee bezig. Daardoor kan ik alle aandacht aan de kinderen geven.”
Waar logeert uw paard?
Mijn paard Americo is een heel bijzonder paard. Tijdens mijn verblijf in Roermond zorgt de paardenpiet heel goed voor hem. Hij staat dan in een stal in de buurt van Roermond. Het speciale aan dit paard is dat hij onder alle omstandigheden rustig moet blijven. Want tijdens de intocht zijn er altijd wel kinderen die bijna onder Americo door lopen omdat ze naar de Sint toe willen. Dat kan natuurlijk gevaarlijk zijn. Ik wil dan ook aan de ouders vragen om beslist goed op te letten. Ook het paard van Sinterklaas kan wel eens schrikken.”
Wat eet u eigenlijk als u in Nederland bent?
“Als ik in Nederland ben sta ik meestal ’s morgens om 6:00 uur op. Dan ga ik vanuit mijn slaapkamer vrijwel direct naar mijn werkkamer. Op mijn bureau heeft de keukenpiet dan al mijn ontbijt klaarstaan. Dit bestaat uit een beker melk, een boterham met hagelslag en een boterham met pindakaas. Het gebeurt wel eens dat er een paar “hagelslagjes” in mijn baart blijven hangen. Dan moeten de pieten stiekem lachen. Weet je wat ik heel lekker vind hier in Nederland: gewoon een worstenbroodje of een kroketje.”
Eet u ook veel snoep of andere zoetigheid?
“Dat valt eigenlijk wel mee, marsepein of chocola vind ik wel lekker. Maar niet te veel. Oh, ja, ik ben voordat ik naar Nederland kwam nog naar de tandarts geweest in Madrid. Weet u hoe dat gaat? Dan ga ik met Americo door de straten van Madrid. De tandarts woont niet zover weg. De paardenpiet gaat mee en wacht buiten met de schimmel. Dan moet ik net als alle grote en kleine kinderen in de stoel gaan zitten. Meestal heb ik geen gaatjes, de tandarts zegt dan: todo bien. Dit wil zeggen: alles oké! Dan ben ik toch wel blij, hoor. Vervolgens ga ik op de terugweg fluitend van blijdschap terug naar mijn huis.”
Waarom krijgen kinderen soms niet wat er op hun verlang lijstje staat?
“Kinderen kunnen niet alles krijgen wat op hun verlanglijstje staat. Dat kan gewoon niet. Vaak zijn ze teleurgesteld als ze iets niet krijgen. Terwijl het zo zou kunnen zijn dat ze blij zouden moeten zijn dát ze iets krijgen.”
Heeft u een goede raad aan alle kinderen en grote mensen?
“Nou geëerde lezer, niet zozeer een goede raad, maar wel een verzoekje: ik zou graag willen dat de kinderen en grote mensen eens vaker een gedichtje maakten. Dat is ontzettend leuk om te doen. Daarbij leren ze ook nog op een leuke manier met taal omgaan.”