Hans Bloemen (59) woont in een appartementje vlakbij de Markt. Hij was de eerste bewoner van het complex.
Sinds wanneer woon je daar?
Hans: “Ik woon daar al twintig jaar naar volle tevredenheid. Als dat niet zo was, woonde ik daar allang niet meer.”
Heb je altijd in de stad gewoond?
“Eigenlijk wel. Mijn vader en moeder woonden bij het slachthuis in de buurt. Dat is ook de stad. “
Wat zijn voor jou de voordelen om in de stad te wonen?
“Ik heb een eigen parkeerplaats achter een poort. Wat wil ik nog meer? Ik zit over vlak bij. De boodschappen, het uitgaansleven. Eigenlijk heb ik geen auto nodig. Daarbij vind ik dat als je een zekere leeftijd hebt bereikt, je er tussen in moet wonen en niet er buiten.”
Kun je je voorstellen om ergens buiten te gaan wonen?
“Nooit! Je ziet het wel eens dat mensen buiten gaan wonen maar als ze op leeftijd komen, toch weer terug verhuizen naar de stad. Het is gemakkelijk om overal dichtbij te wonen.”
Hoe ziet jouw appartement er uit?
“ Twee slaapkamers, een grote en een kleine. Een douche, een apart toilet en een living met een open keuken. Voor mij alleen is dat genoeg.”
Wat doe je met die tweede slaapkamer?
“Toen de kinderen klein waren had ik daar een stapelbed. Mijn kinderen zijn allang volwassen en mijn zoon heeft een huis gekocht in Roermond en mijn dochter woont in Utrecht. Nu heb ik van dat kamertje mijn kantoortje gemaakt met mijn computer.”
Hoe ben je ingericht?
“Ik ben vrij strak ingericht. Maar toch ook gezellig met een oude houten tafel. Maar in een kleine ruimte moet je geen grote dingen neerzetten. Zoveel mogelijk wit en daarbij een donkere bank en een gekleurde bank.”
Werk je nog?
“Ik zit in een wachtgeldregeling. Ik heb altijd in de chemie gewerkt. Maar ik amuseer me prima. Ik heb een camper en daar maak ik soms tochtjes mee. Ik ga niet al te ver. Op die manier heb ik altijd mijn bed bij me. Verder wandel en fiets ik graag.”
Heb je wel eens te maken met geluidsoverlast van de Markt?
“Nooit. Behalve de Kathedraal die ‘spektakelt’ nog al eens. De Kermis hoor ik wel maar ik heb er geen last van.”