Foto: Cindy Peters
Ik ben zes jaar. Ik rij motor.
Mijn vriendinnen rijden ook motor, een Yamaha peewee 50. Het is een kleine motor precies goed voor mijn leeftijd. Ik heb hem van papa gekregen, hij rijdt ook motor maar mama niet. Ik wilde er heel graag ook een. Hij kan heel hard maar ik weet niet hoe hard. Het is niet gevaarlijk omdat ik een motorpak aan heb. Een soort harnas en een helm. Als ik val doe ik me toch geen pijn. Ik ben wel eens gevallen en mijn vriendin Sara ook maar ik hoefde niet te huilen. Sara moest wel huilen omdat zij op een tak was gevallen. Motorrijden vind ik heel leuk omdat ik een paars met witte motor heb. Dat vind ik mooi.
Sara is mijn beste vriendin. Wij knutselen en spelen samen. Sara zit niet bij mij in de klas want ze is al zeven jaar. Dat is wel jammer.
Ik rij op een baan, een kleine baan in Vlodrop en een keer heb ik op een grote baan gereden in Genk. In Melick heb ik ook gereden op een plek waar huizen gebouwd worden. Het is best moeilijk om bochten te leren en in los zand te rijden.
Ik heb een keer aan een wedstrijd mee gedaan in Venray, de Ukkepukkenrace. Eigenlijk was het geen echte wedstrijd maar je kunt gewoon meerijden.
Als ik moet tanken, doet papa dat met een kan met benzine. Ik mag natuurlijk niet op de weg rijden en ook niet op de grote baan. Ik weet niet of ik later motor ga rijden omdat ik niet weet of papa dan nog rijdt. Ik heb geen lievelingsmerk motor. Bijna elke zaterdag of zondag ga ik rijden.
Mijn broertje heet Max en hij is drie jaar. Hij is nog te klein voor een motor. Ik heb in de klas vertelt over mijn motor. Ik weet niet wat de kinderen daarvan vinden. Ze hebben er niets over gezegd. Ik denk dat ze het wel leuk vinden.
Bij opa en oma mag ik snoepen en met de konijnen spelen. Een konijn heeft opa dood gemaakt en we hebben hem opgegeten. Dat is niet leuk maar wel lekker.