Ik ben 11 jaar
Ik zit in de halve finale
Ik zit dus in de halve finale van een voorleeswedstrijd. Het begon op school. Ik zit op BS De Bloesem. Ik heb me aangemeld om mee te doen. Het leek me leuk. Die wedstrijd heb ik gewonnen. Ik dacht: ‘oké, maar ik vond het wel heel spannend om in de bibliotheek voor te gaan lezen. Dat was de volgende stap. In de bieb moest ik voorlezen voor een jury, ouders van kinderen die ook mee deden en voor de andere kinderen die mee deden. Best veel mensen. Ik was zenuwachtig maar ik deed het toch. Ik mocht zelf het boek kiezen waar ik uit wilde voorlezen. Dat is geworden: ‘Hoe overleef ik de brugklas’. Ik ga volgend jaar zelf naar de brugklas, naar de MAVO.
Ik zat in de bieb in een hele grote stoel. Wat ik niet mocht doen tijdens het voorlezen is andere stemmetjes doen. Verder moest ik het publiek aankijken en niet alleen in mijn boek kijken. En heel duidelijk praten. Ik had ongeveer vijf minuten tijd om voor te lezen. Ik geloof dat twaalf kinderen hebben gelezen. Ik dacht zelf dat het wel goed was gegaan. De jury vond het ook goed. Dat had ik niet verwacht. We moesten toen om de beurt naar voren komen en toen kregen we een oorkonde van de jury. Daarna hoorden we wie door mochten naar de halve finale. Dat waren drie kinderen waaronder ik. Wij vertegenwoordigen de hele Roerstreek.
Zaterdag moet ik weer voorlezen. Als ik daar doorheen kom, zit ik in de finale voor heel Limburg.
Mijn klasgenootjes en vriendinnen vinden het ‘coooool’ dat ik dit doe.
Het lijkt me heel leuk om de beste van Nederland te worden.
Vroeger las ik helemaal niet graag. Ik wilde toen wel graag voorgelezen worden. Nu is lezen nog steeds niet mijn hobby, dat is jazz-dance. Maar als ik voor school een boekbespreking moet doen, lees ik het boek echt wel. Alle ‘Hoe overleef ik...’ boeken, lees ik wel graag.
Ik heb voor het behalen van de halve finale een boekenbon van school en een van de bibliotheek gekregen.