Foto: Evelien

Ik ben 16 jaar. Ik speel toneel.

Ongeveer driekwart jaar geleden ben ik lid geworden van Speelgroep Kapel. Mijn moeder, stiefvader en ik zelf vonden het een goed idee om een hobby te zoeken. Toneelspelen leek me wel wat. Ik heb alle repetities bijgewoond omdat het zo’n ontzettend leuke groep is terwijl ik niet kon verwachten een rol te krijgen. Ik wilde gewoon alles leren wat er te leren viel. In een speelgroep ben je meteen onderdeel van het hele proces. Je hebt niet één leraar maar de hele groep van 10-15 personen zijn je leraren. Ook als je geen rol hebt, bent je deel van het productieproces. We bouwen mee aan het podium, het decor maar we poetsen en ruimen ook samen op. Ik ben minstens tien jaar jonger dan de andere spelers. Dat is totaal geen bezwaar maar het zou leuk zijn als er meer jongeren bij kwamen. Om lid te worden betaal je alleen contributie, dat is een meevaller.

De speelgroep was al bezig met een stuk in te studeren en dus was het niet de bedoeling dat ik daar een rol in kreeg. Wegens omstandigheden moest een dame afhaken. Dat gebeurde vijf weken voor de uitvoering.

Ik was al enkele keren voor deze dame ingevallen tijdens repetities. Dus toen de vraag kwam of ik de rol wilde spelen, zei ik meteen: ‘ja’ Het was wel heel eng omdat ik bang was om teleur te stellen. De groep speelt al vele jaren samen en zijn op elkaar ingespeeld en hele goeie acteurs. Het was voor mij een hele eer om gevraagd te worden.

Het spelen is mij heel goed bevallen. Het was een leuke rol met veel tekst. Ik speelde de jongste dochter en ik was een kreng. Volgens mijn ouders was de rol mij op het lijf geschreven! 

Toneel spelen is een uitlaatklep en zó leuk en daarbij een uitdaging. Het is elke keer weer jezelf puschen om het beter te doen. Je probeert je in te leven in een ander karakter. Eerst moet in goed naar jezelf kijken, hoe jij in elkaar zit en pas daarna kun je een ander spelen. Ik heb weinig last van plankenvrees. Als ik op het toneel sta, ben ik mezelf niet en dan is het niet zo eng meer.

Ik twijfel nog over mijn toekomstige beroep. Ik ga niet naar de Kleinkunst Academie omdat ik meer zekerheid op een baan wil. Ik weet niet of toneelspeler mijn beroep zou kunnen worden omdat ik niet weet of ik daar goed genoeg voor ben. Ik heb in ieder geval mijn hobby gevonden!