Ik ben 16 jaar

Ik hou van winkelen

Het allerliefste ga ik met mijn oma winkelen. Maar ik winkel ook graag met mijn vriendinnen. In weekenden en ook in de vakantie ga ik graag naar oma en dan gaan we meestal winkelen in Roermond of in Duitsland. Het is altijd gezellig. Als ik met oma afspreek, blijf ik ook meestal logeren. Ik ben altijd al veel met oma opgetrokken. Al vanaf ik heel klein was. Soms wilde ik helemaal niet terug naar huis! Ik heb drie zusjes maar ik trek het meeste met oma op. Als we bijvoorbeeld gaan wandelen gaat opa ook mee. Oma en ik kletsen aan één stuk door. Echt over alles. Ik vertel mijn dingen en oma vertelt over haar dingen. Mijn oma is 67 jaar dat is nog niet zo oud. Zij kan gewoon alles, winkelen, wandelen, reizen met vriendinnen, vergaderen. Zij doet heel veel. Mijn oma is een soort vriendin van mij...Ja, zeker. In de winter als ik blijf logeren zitten we ieder op onze eigen bank en kijken bijvoorbeeld tv. Bij oma en opa is eigenlijk mijn tweede thuis. Zo voelt dat.

Als we winkelen doen we onze inkopen maar we kijken ook in veel winkels. Het is belangrijk om geld te hebben. Als je iets leuks ziet, moet je het ook kunnen kopen. We gaan samen naar winkels waar kleding voor oma te koop is maar we gaan ook naar winkels met leuke kleding voor mij. We houden allebei van sieraden. Een sieradenwinkel slaan we nooit over. Oma geeft mij vaak raad en vindt kleding die leuk voor mij is. Oma vraagt ook aan mij of iets haar staat.

Ik heb ook andere hobby’s. Op woensdagavond doe ik jui jutsu. Ik moet van mijn ouders mezelf kunnen verdedigen en kunnen zwemmen. Ik vind het ook leuk om te doen. Met zwemmen ben ik inmiddels gestopt. Ik heb wedstrijd gezwommen maar ik vond trainen en wedstrijd zwemmen te veel. Ik wilde op vrijdagavond vrij zijn.

Ik ben de oudste van vier kinderen. Soms zijn mijn zusjes irritant maar meestal is het leuk. Er is altijd wel iemand om een spelletje mee te spelen. Het lijkt me helemaal niks om enigst kind te zijn. Als vader en moeder aan het werk zijn, is er helemaal niks te doen. Zo’n leeg huis lijkt me best wel saai.

Ik ga niet uit. Ik vind het zó saai. Je kunt elkaar niet verstaan vanwege de harde muziek. Ik zie mijn vrienden en vriendinnen op school en we spreken gewoon thuis af. Bijvoorbeeld voor een filmavond. In de vakantie gaan we samen zwemmen.

Ik heb werk in een winkel van een bakkerij. Dat vind ik hartstikke gezellig. Niet op vaste tijden maar op afroep. Ik kijk op het rooster wanneer ik ingepland ben. Echt leuk werk, veel leuker dan achter de kassa of vakken vullen. Het is afwisselend werk en ik heb heel leuke collega’s.