Ik vertel verhalen
Ik ben Salina
Ik schrijf verhalen
Souhailla: Ik vertel verhalen, daar ben ik heel goed in. Dat wist ik eerst niet maar toen we les kregen van juffrouw Meta mochten kinderen verhalen vertellen. Ik kreeg veel complimentjes van juffrouw Meta. Zij is zelf ook verhalenvertelster. Ze geeft workshops.
Ik vertel verhalen uit heel veel verschillende landen. Die verhalen krijg ik van juffrouw Meta en ook van Salina. Ik lees deze verhalen heel vaak voor en dan heb ik ze in mijn hoofd. Daarna ga ik voor de spiegel staan en doe net alsof er heel veel publiek is. Dan doe ik gewoon wat ik moet doen. Ik verbeter mezelf steeds.
Je moet goed opletten dat je iedereen aankijkt als je een verhaal vertelt. Je moet niet steeds ehhhm, ehm doen. Je moet vanuit jezelf vertellen en je moet het uitbeelden. Net alsof jij degene uit het verhaal bent. Ik heb pas een verhaal gekregen van juf over Arachnea uit het oude Griekenland.
Arachnea was een meisje dat heel goed kon weven. Mensen uit het verre oosten kwamen naar haar kijken. Maar ze schepte er heel erg over op. Ze zei dat ze beter was dan Athene, de koningin. Op een dag kwam er een oude vrouw bij haar die zei dat de koningin Arachnea uitdaagde, Het meisje zei: “Kom maar op!’ maar die oude vrouw bleek Athene te zijn. Toen raakte Athene het meisje en zij veranderde in een spin....Toen kon zij de hele dag weven maar niemand zag het.
Ik vertel vaak verhalen aan mijn broertje voor het slapen, aan mijn vriendinnen en aan mijn ouders. Eigenlijk de hele dag door, als het kan. Iedereen zegt dat ik talent heb en binnenkort doe ik mee aan verhalen vertellen in de aula. Dan wordt de beste gekozen om naar het CK te gaan naar de volgende voorronde. Zo ga je dan steeds verder in de voorrondes en de winnaar mag op het Vertelfestival bij de Rattentoren een verhaal vertellen. Misschien dat ik later net als juffrouw Meta verhalenvertelster kan worden.
Salina: Ik schrijf verhalen. Ik heb best al veel geschreven. Meestal zijn het fantasieverhalen. De verhalen die ik schrijf, vertelt Souhailla. Wij zijn een team. Vroeger las ik heel veel en toen dacht ik: “Waarom schrijf ik zelf niet?’ Ik doe het al heel lang, misschien wel een jaar. Ik schrijf alles op in schriftjes.
Ik heb geschreven over een poppetje en over Sara, een meisje en een ander meisje, Mindy. Zij beleven allerlei avonturen. Soms spannend en soms verdrietig of grappig.
Een verhaal gaat over dat het meisje verbrand was. Maar op het einde zijn ze allemaal weer gelukkig en alles loopt goed af. Soms denk ik dat ik niets meer weet te verzinnen maar dan kijk ik om me heen en dan weet ik weer iets.
Ik maak er soms ook tekeningen bij. Ik weet niet hoe het komt dat ik zoveel fantasie heb. Het zit in de familie. Mijn moeder, mijn nichtje en mijn vader hebben dat ook. Mijn moeder vertelt ook vaak verhalen. Ze zijn altijd leuk. Mijn vader heeft het weer van zijn vader. Ik ken eigenlijk geen andere kinderen die ook verhalen schrijven.
Ik weet nog niet of ik later iets met schrijven ga doen. Misschien word ik boekenschrijfster of kapster. Ik zou graag een boekje willen maken maar ik weet niet goed hoe ik dat moet doen. Ik zou best andere kinderen willen leren kennen die ook schrijven.