Ik ben 10 jaar
Ik wil later boer worden
Een poes van mij heet Knikstaart, hij heeft een knikje in zijn staart. Het is een heel aardig poesje en ook mooi. Hij wit met zwart en bruin. Hij heeft nog een zusje, dat is Miepje en zij is kwijt. Ik vind ik een beetje erg maar niet zo erg dat ik moet huilen.
Onze koeien worden geslacht. Ik had een lievelingskoe, Vlekje, omdat hij een wit vlekje op zijn kop heeft. Ik weet niet waar Vlekje naar toe is, ik heb haar niet meer gezien. Dat vind ik ook niet zo heel erg, het is gewoon.
We hebben twee honden en die blijven wel. Een hond is al heel oud, hij is blind aan een oog. De honden komen niet binnen, dat mag niet van mama. Ze hebben een hok waar ze fijn kunnen liggen. De honden horen bij de familie. Dat is anders dan de koeien. De katten liggen vaak in het stro in een warm kuiltje. Ik speel wel eens in het stro maar dat mag eigenlijk niet van papa. We hebben vijf tractors en ik mag wel eens van papa op de tractor rijden. Bochten nemen is wel moeilijk en het gaat soms nét.
Er is altijd veel werk op een boerderij. Papa moet soms al om drie uur ’s nachts opstaan als een koe een kalfje krijgt. Soms moet er een dierenarts bij komen. Ik was een keer bij een bevalling en toen was het kalf dood. Dat kalf zat te lang in de buik. Ik denk niet dat de koe het erg vindt, ze krijgt toch elk jaar een kalf.
Ik wil later graag boer worden, ik weet nog niet of ik een boerderij met dieren wil of met land. Het ligt er aan hoe de prijzen zijn. Ik zit nu nog op de basisschool en ik weet niet naar welke hogere school ik ga.