16 jaar
Ik ben meegeweest met een groep leerlingen en leraren naar Kenia. Daar sponsort onze school, Sint Ursula in Horn, een weeshuis voor meisjes. Wij gingen kijken wat er met het geld is gedaan en ook om te helpen.
Ik wilde dat heel graag en ik heb zelf niets hoeven bij te dragen aan de kosten. Mijn ouders wilden het het ook heel graag voor mij. Ik heb er erg naar toe geleefd. Ik kon het me gewoon niet voorstellen om daar te zijn. Ik ben over het land gaan lezen en heb het nieuws bij gehouden.
Alles is daar anders, de huizen zijn anders, veel huisjes met golfplaten dak, de mensen zien er anders uit. Er zijn weinig verkeersregels. Er was veel armoede. We zagen kinderen bedelen. Het basisonderwijs is gratis. Het enige dat ouders moeten betalen is het schooluniform. Dat is vaak wel een probleem.
We zijn tien dagen daar geweest en er is geen moment geweest dat ik naar huis wilde. Het was heel warm en vochtig maar dat went. Je moet pole, pole ziin, rustig, rustig!Ik ben niet van plan om contact te onderhouden met meisjes van de highschool waar we ook zijn geweest. Ze willen ongelofelijk graag naar Europa komen om een beter leven te krijgen. Ze schrijven bedelbrieven. Het zou niet goed zijn om hun hoop te geven.
Het weeshuis dat wij sponsoren wil een eigen schooltje bouwen. Onderwijs waar ze leren zelf te denken. Dat is op de gewone scholen niet zo, ze willen niet dat de kinderen lastige vragen gaan stellen.
Ik zou graag nog een keer terug gaan. Het lijkt me fantastisch om vaker zo’n reis te maken. Dit was wel een hele bijzondere reis omdat we de kans kregen om in een weeshuis te zijn. We hebben twee dagen mee geholpen met muren schilderen. Ook hebben we met de kinderen gespeeld.
Ik wil graag geneeskunde studeren en proberen om stage te lopen in een Afrikaans land.