Hoveniersbedrijf Cox bestaat 100 jaar en de zesde generatie (Liam) is acht maanden oud. Ook de vrouwen werken mee in het bedrijf zoals Sylvia, vrouw van Nico en binnenkort, komt Romy, de vrouw van Michel het team versterken. Vooral op het gebied van het computergebruik. Het bedrijf gaat al 100 jaar met z’n tijd mee.
Hoe is het allemaal begonnen?
Nico: “Mijn grootvader van moederskant (van Eck) heeft het bedrijf 100 jaar geleden opgericht. Dat was Theo van Eck. Het was een bedrijf in de ‘groene sector’. Bijzonder is dat het bedrijf nog steeds op dezelfde locatie te vinden is. Na mijn grootvader hebben twee broers van mijn moeder het bedrijf gerund. Dat waren Graad en Pieter. Vanwege hun gezondheid was het niet mogelijk om het bedrijf langer te leiden. Mijn vader heeft toen het bedrijf over genomen.”
Wilde jij graag in de zaak?
Nico: “Ik wist al op jonge leeftijd dat ik ooit in de zaak wilde. Wij woonde twee huizen van het bedrijf vandaan. Mijn moeder heeft ook altijd meegeholpen. Als het druk was, hielp iedereen gewoon mee. Dat ging eigenlijk vanzelf.”
Michel: “Ik heb eerst een Hoveniers-opleiding op MBO- niveau gedaan en daarna de HBO-opleiding Landschapsinrichting in Den Bosch afgerond.”
Ben je meteen in jullie bedrijf gaan werken?
Michel: “Nee, ik ben bij de gemeente Eindhoven gaan werken, Dat beviel niet. Er waren tijden dat ik niets te doen had. Dan duren de dagen lang! Toen ben ik gaan werken als adviseur Groen bij nieuwbouwprojecten en groeninrichting van de stad. Dat sloot goed aan bij mijn opleiding. Daar ben ik weggegaan en bij de Grondmij terecht gekomen. Dat was op projectbasis en dat gaf mij te weinig vastigheid. Inmiddels had ik een hypotheek.”
Ging je toen terug naar de basis?
Michel: “Ik wilde altijd al eerst ervaring opdoen bij andere bedrijven. Dat is gelukt. Ik ben daarna in het familiebedrijf gaan werken. We hebben er toen voor gekozen om met het tuincentrum te stoppen.“
Nico: “Ik heb het tuincentrum ooit opgestart. Eigenlijk was dat toen een logische ontwikkeling. De verkoop nam een steeds grotere plek in. We hebben een kas gebouwd waaruit we verkochten.”
Hoe was het in een ver verleden?
Nico: “Grootvader begon met het kweken van groenten en fruit. De particuliere verkoop werd voornamelijk door grootmoeder gedaan. Er werd ook aan de veiling geleverd. Van lieverlee kwamen er meer activiteiten bij. Bijvoorbeeld het kweken en verkopen van perkplanten, zomerplanten, kamerplanten.”
Het assortiment werd groter?
Nico:” Op een gegeven moment kwamen er ook snijbloemen bij naast struiken en boompjes. Dat gaat natuurlijk niet van de op de andere dag. Het kweken daarvan heeft een langere adem nodig. De uitbreiding ging stap voor stap.”
Michel: “Tegenwoordig zijn we hoveniers. We hebben de kas afgebroken, een deel van het terrein verkocht en een grote loods gebouwd voor opslag. Alles wat klanten bestellen voor de inrichting van tuinen gaat op bestelling. Wij kweken niet meer zelf. Planten kweken en een tuincentrum exploiteren was niet meer te combineren. Door de jaren heen, hebben wij ons aanbod eigenlijk steeds aangepast aan de vraag.”
Vormt het hoveniersbedrijf een nieuwe uitdaging?
Michel: “Wij volgen het hele proces. Je hebt een idee, zet dat op papier en brengt dit over in de echte tuin. Ik zie het papieren plan altijd al vóór me. Maar dan moet ik dat ook aan de klant overbrengen. Dat is soms lastig. Tegenwoordig is de stijl vrij strak. Vroeger waren er veel rondingen in de tuin en nu dus strakke lijnen. Vaak hebben mensen zelf ook ideeën en daar hou ik natuurlijk rekening mee. Wij maken een plan, maken een offerte en voeren het plan uit. Ook onderhouden wij tuinen. Allemaal in eigen beheer.”