Mijn club

Het heksenjaar (vervolg)
Door
Mar-Li Wingens
22 mei, 2013

Gerard van de Garde en Charlotte Ruijs halen gezamenlijk wetenswaardigheden boven water die eeuwen lang begraven lagen in archieven. De bestudering van de heksenverbrandingen in Roermond is daar een mooi voorbeeld van. Gerard van de Garde vertelt.

De beul

Als het om marteling ging dan werd deze uitgevoerd door de beul of scherprechter, een impopulair beroep. Op een gegeven moment kocht de beul een huis van een heks dat geconfisceerd was. Hij was bepaald niet geliefd en op een keer kreeg hij geen bier in de buurtkroeg. Op zijn vraag waarom hij geen bier kreeg, antwoordde een kroeggast: omdat wij niet graag met u drinken. De beul ontstak in woede en uitte bedreigingen tegen deze persoon. Hij achtervolgde de man te paard door de stad al zwaaiende met zijn beulszwaard en pistool om hem te doden. Dit gebeurde met carnaval in 1615. De beul had al eerder iemand doodgeslagen. Als hij een slok op had werd hij gewelddadig.

Martelingen

Deze gingen over het algemeen zo in z’n werk dat de armen van de verdachte achter zijn rug werden vastgebonden. Hij of zij werd aan de armen opgehesen en kreeg ook nog gewichten aan de voeten. Het slachtoffer bleef net zo lang hangen tot een bekentenis volgde. Deze marteling was heftig en de mensen bekenden in de regel elke soort misdaden om er van af te komen. Vroeger hadden de edelen de macht. Zij sloegen wel eens iemand dood en kwamen daar goed mee weg. Doodslag werd ‘gezoend’, de nabestaanden kregen wat geld. Doodslag werd toen niet zo zwaar bestraft. Diefstal was een veel zwaardere misdaad en hekserij helemaal.

De duivel

De mensen die gemarteld werden, overleden vaak aan de gevolgen, inwendige bloedingen. Men dacht dan dat de duivel de verdachte vermoord had om verdere bekentenissen te voorkomen. Als de ‘heks’ vlak voor de terechtstelling zijn zonden zou biechten bij een biechtvader, was hij verloren voor de duivel. In dat geval was de ziel dus niet meer voor de duivel maar voor de kerk van God. Dat wilde de duivel vanzelfsprekend niet.

Het verbranden

Als de heksen verbrand waren, werden de stoffelijke resten achtergelaten om bekeken te worden en als waarschuwing te dienen. De lichamen waren aan een staak vastgebonden. Als een heks weigerde te biechten werd ze levend verbrand. In Horn is dat een keer voorgekomen in die tijd. Een vrouw rende tot twee keer toe van de brandstapel af terwijl de vlammen oplaaiden. Ze werd ook twee keer terug gesmeten op de brandstapel. Bij een heksenverbranding was altijd publiek aanwezig. Het was een heel spektakel. Als een heks wel biechtte werd ze eerste gewurgd en daarna pas verbrand.

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
SVC-2000 2e elftal senioren