Rob Hawinkels (41) heeft geen hobby maar een passie. Hij kan uren vertellen over zijn jaxhtavonturen. Hij is een echte natuurliefhebber en geniet van de mooie omgeving en de rust in de Boukoul.. Hij leert zijn dochtertje alles wat hij weet over de natuur.
Waarom ben jij jager geworden?
Rob: “Dat heb ik van thuis meegekregen. Mijn vader was jager en ik heb het van hem overgenomen. Ik jaag sinds 1988 zelf. Ik heb jaren lang met mijn vader gejaagd tot hij te oud werd en de jacht overdeed aan mij. Ik jaag met vijf of zes andere jagers in de omgeving van Swalmen. Daar mogen wij in een bepaald gebied jagen. Wij hebben toestemming van de boer en van de gemeente nodig.”
Met welk geweer jaag jij?
“Klein wild zoals konijnen, hazen, fazanten en duiven, schiet je normaal gesproken met hagel. Dan weet je dat ze meteen dood zijn. Hagel reikt tot een kilometer en een grote kogel wel tot 5 kilometer en is dus veel gevaarlijker als je mis schiet. Met een kogel schiet je daarom vanaf een hoogzit op grotere dieren. Op die manier schiet je in de grond als je mis schiet.”
Hoe zit het met vergunningen?
“Je mag vijf geweren hebben op een jachtakte. Je moet aantonen waarvoor de geweren gebruikt worden. Ik vind een dubbelloops kogelgeweer het mooiste geweer. Daar schiet ik reeën, varkens en vossen mee. Jagers zijn verplicht om een wapenkast te hebben waar de geweren in bewaard worden. Ik heb afgelopen maandag daar nog controle op gehad. De kast wordt dan geïnspecteerd door de politie. Hij moet verankerd zijn in de muur en van deugdelijke sloten voorzien. Daarbij mag de sleutel niet in huis liggen, deze moet je bij je dragen.”
Zit je geregeld in een hoogzit?
“Ik ben geregeld te vinden in een hoogzit. Het wild ruikt je dan ook minder snel. Wilde varkens zijn moeilijk te bejagen. Het kan wel 100 uur duren voor je een stuk wild voor de loop krijgt. Dus een jager moet geduld oefenen. Ik ben een verwoed kraaienjager. Dat is bestrijding, ze eten bij de boeren het land leeg. Een keer pikken in fruit en het is niet meer te verkopen. Kraaien zijn slim en daarom vind ik het een uitdaging. Er zitten soms honderden kraaien op een plek net zo als ganzen. Gewoon veel te veel. Alles is wettelijk vastgelegd. Ganzen mag je een half uur voor en na zonsop- en ondergang schieten. Op varkens mag je de hele nacht jagen. Fazanten schieten we niet omdat onze biotoop daar niet geschikt voor is. Dat komt omdat de boeren bij ons in de buurt mais en grasland hebben. Niet geschikt voor fazanten om een nest te bouwen. ”
Hoeveel schiet jij?
‘In principe mogen we in ons gebied alles schieten. Daar mogen bijvoorbeeld geen varkens zitten en deze mogen we dus allemaal schieten. Wat overigens nooit gebeurd. Je moet ze goed voor je geweer krijgen. Soms zijn ze te ver weg en dan schiet je niet. Met het hagelgeweer schiet ik vanaf 25 tot 30 meter. Konijnen hebben vaak ziektes en als je ziet hoe de beestjes er dan uit zien...helemaal vol met wratten. Het is niet gevaarlijk voor de mensen om te eten maar we laten ze toch maar over aan de vos.”
Ga je vaak jagen?
“Vroeger ging ik wel iedere veertien dagen jagen en nu nog maar twee keer per jaar. In het jachtseizoen, dat is van 15 oktober tot 31 december. In de rest van het jaar is het bestrijding. Dus als duiven bijvoorbeeld de erwten wegpikken. De boer belt ons of we daar iets aan kunnen doen. Alles wat ik schiet, slacht ik zelf en is voor eigen gebruik. Daarvoor heb ik wel een cursus wild hygiene bij het slachten gevolgd.”