Mijn club

Judoclub Kai in Sho
Door
Mar-Li Wingens
2 juli, 2009

Nol Hofman (59) begon 21 jaar geleden zijn judoclub met vaste principes en doelstellingen. Daar is niets aan veranderd. Mijnheer Nol is streng doch rechtvaardig in de sport en in het gewone leven. Hoe is alles begonnen? Nol: "Ik ben 21 jaar geleden in Het Veld begonnen met judoclub Kai in Sho om de jeugd iets om handen te geven. De jongeren hingen rond op straat, maakten ruzie en nog veel meer wat niet deugde. Ik wilde iets betekenen voor mijn wijk en ik reageerde op een oproep in het wijkblad waar vrijwilligers gevraagd werden. Ik kwam met het voorstel om een judoclub te beginnen voor de jeugd. Ik wilde ze behalve judo ook discipline en respect voor anderen bijbrengen. Uiteindelijk kreeg ik via een maatschappelijk werkster 500 gulden subsidie voor een mat. Ik heb foam gekocht en een zeil en zelf een mat gemaakt. Bij de eerste les hadden we 10 aanmeldingen. Toen kwam de grote vaknatie en ik dacht dat niemand meer terug zou komen. Maar na de vakantie hadden we vijf en dertig aanmeldingen! We hadden onderkomen in de kelder van het wijkhuis De Eksterkamp." Welke moeilijkheden kwam je tegen? "In dezelfde ruimte waar wij trainden, kwamen ook de bejaarden kienen en na de judoles moesten we de mat steeds opruimen. We hadden één douche ter beschikking. In die kelder mocht gewoon gerookt worden maar bij ons werd zoveel gezweet dat het zweet samen met de nicotine van de verwarmingsbuizen droop. Maar de sfeer was 100 procent goed!" Hoe is het nu? "Nu hebben we misschien wel de mooiste ruimte van Nederland maar de saamhorigheid is niet meer zoals in het vroegere wijkhuis. Mijn vrouw, zij is er vanaf het begin bij betrokken, zit nu apart in een klein kantoortje en toeschouwers hebben geen tribune meer. In De Eksterkamp zaten mensen bij elkaar, dronken koffie en wisselden nieuwtjes uit en bespraken ook hun zorgen. Nu moet dat allemaal in een klein hok gebeuren waar totaal geen privacy is." Is het je werk? "Sinds acht jaar is het mijn werk en ik ontvang mijn salaris van de gemeente. Voor mijn vrouw is het vrijwilligerswerk. Voor die tijd was het voor mij ook vrijwilligerswerk en deed ik het bij mijn baan. Ik heb bij Rooyakkers judo geleerd. Hij had een sportschool in de Voorstad en later in de Veldstraat. Ik doe al 49 jaar aan judo. Wat ik van deze leraar heb geleerd, probeer ik aan de kinderen van vandaag te leren. Ze leren judo maar ook zich te gedragen volgens de regels. Doen ze dat niet, is er geen plaats meer voor hun in de club." Wat doe je met iemand die niet wil luisteren? "Meestal is het te wijten aan het gedrag van de ouders. Zij bemoeien zich er te veel mee. Kinderen moeten presteren wat ze zelf vroeger niet hebben bereikt. Ik zie soms talentjes. Maar of ze nu de beste zijn of het minst goed presteren, ze zijn voor mij allemaal even belangrijk. Aan wedstrijden meedoen is niet verplicht. Willen de jongeren dit wel, begeleiden we ze. De club bestaat voornamelijk uit recreanten. Dat is ook mijn doelstelling. Ik wil ze iets leren waar ze de rest van hun leven iets aan hebben. Respect voor oudere mensen, hulpvaardig zijn. We spreken elkaar bij de naam aan en als er iets niet bevalt, leg ik de training stil en de twee gasten waar het om gaat moeten naar voren komen. Ik zie al aan het gezicht wie de schuldige is! Ze mogen hun woordje doen en daarna elkaar de hand geven, excuses aanbieden. Er is genoeg ruzie in de wereld." Kom je wel eens echte talenten tegen? "In de 21 jaar ben ik wel dertig echte talenten tegen gekomen. Maar de meeste zijn afgehaakt vanwege de ouders die teveel verwachtten van de kinderen. Er was ooit een meisje dat iedere dag trainde. Ze won veel prijzen. Maar dat was volgens vader nog niet genoeg. Het meisje wilde ook nog een leven met vriendinnen en andere leuke dingen. Zij hield er mee op. We hebben al een aantal kampioenen van Nederland gehad tot 15 jaar en tot 17 jaar. Ook tweede en derde plaatsen. Ik heb kinderen opgeleid vanaf hun zesde jaar tot hun zestiende jaar tot ze Nederlands kampioen waren. Doordat de ouders zich er teveel mee bemoeiden, heb ik ze uit de club moeten zetten. Je hebt je training-maatjes in de club nodig. Alleen kun je niet aan judo doen! De hele club heeft er aan meegewerkt als een clublid kampioen wordt. Goed of minder goed in judo, iemand die zich niet sportief gedraagt, vliegt uit de club. Ik ben consequent en ik trek één lijn. Mijn zoon Giovanni heeft ook veel talent. Hij moet nog een jaar naar het SIOS en dan is hij judo-leraar A. Hij heeft zijn tweede dan gehaald. Volgend jaar wil hij judo-leraar B gaan halen. Daar ben ik trots op."

Deel dit artikel

Lees volgende Mijn club
Bever leidster Scouting
Lees volgende artikel
Ik heet Anne