Frans Lutters (69) is al 20 jaar lid van dit koor. Hij zag het koor krimpen tot bijna de helft van de leden. Dat is gestopt. Het koor heeft de laatste twee jaar een spectaculaire groei doorgemaakt. Het koor heeft weer meer dan 70 leden. Een succesverhaal.
Waarom was er weinig interesse om lid te worden?
“Men heeft het druk en wil zich niet langdurig vastleggen om iedere week te repeteren.
Er is wel interesse in kortdurende projecten zoals bijvoorbeeld Sjinderhannes. Ze willen naar een uitvoering toe werken. Het grootste probleem van alle mannen die gevraagd worden is dat ze denken niet te kunnen zingen.”
Is dat niet zo?
“Het blijkt dat als je mannen voorzichtig over een drempel helpt door ze een gratis schoolkoorproject aan te bieden samen met een man of tien die allemaal nog nooit gezongen hebben, dat dit goed werkt. Deze groep stapt in een schoolkoorproject gedurende tien weken. Samen met onze dirigent Henny Ramakers kunnen zij hun (vaak onvermoede) talenten ontdekken. De mannen in zo’n groep hebben allemaal weinig tot geen ervaring met zingen. Ze hoeven zich met niemand te meten.”
Hoe gaat een en ander in z’n werk?
“Het is een ontdekkingsreis met je stem. In het begin krijgt de stemvorming de meeste aandacht, het luisteren naar de stem, een stemtest. Daarnaast wordt basiskennis aangereikt op gebied van notenleer, algemene muziekleer en inzicht in de koorpartituur. Na enkele weken woont de nieuwe groep een gedeelte van de koorrepetitie bij. Op die manier kan de deelnemer op een bepaald moment de keuze maken om koorlid te worden of niet.”
Slaat deze methode aan?
“We hebben tot en met de laatste van de koorscholen 27 nieuwe leden kunnen begroeten. Er zijn nu drie koorscholen geweest en we hebben het vierde koorschoolproject in de planning. Dit omdat er maar twee bassen bij zaten. Het vierde koorschoolproject is helemaal gericht op mannen met lage stemmen tussen 35 en 55 jaar. Jonger of ouder mag natuurlijk ook. Het project heet: ‘Mijn bas de baas’.
Waarom zingen in een koor??
“Deelnemers ontdekken niet alleen dat ze een stem hebben maar ook een stem om te zingen. Op de drie schoolkoorprojecten hebben zich 36 mannen aangemeld en er zijn er maar 6 afgevallen omdat ze bijvoorbeeld geen toon konden houden. De mannen hebben het plezier aan zingen ervaren en vooral het samen zingen met anderen. Daarbij is het een prettig gezelschap waar ook geregeld de partners bij betrokken worden door middel van uitstapjes.”
Hoe ziet het repertoire er uit?
“Wij zingen bijvoorbeeld de Pelgrimsmis in de Kathedraal. Daar komen pelgrims bijeen die naar Santiago gaan. Verder zingen we opera, operette, musical. We zijn nu bezig met de Westside Story, Porgie and Bess. Maar ook barbershops. We proberen zo gevarieerd mogelijk bezig te zijn. Daarvoor proberen we een ledental van 85 of 90 leden bij elkaar te krijgen. Als je altijd 75 leden op de bühne hebt kun je ook de grotere projecten aan. We zingen graag met een orkest en daar heb je voldoende volume voor nodig.”
Waarom bent u gaan zingen?
“Dat was eigenlijk vanwege gezondheidsredenen. Daar was een hartinfarct voor nodig! Maar ik had wel wat met zingen. Toen ik nog onderwijzer was op het Klein College was ik de enige onderwijzer die zangles gaf. Later ben ik pedagogiekdocent geworden op de kleuteropleiding in Venlo. Daar werd veel aan cabaret en zang gedaan. In 1989 kreeg ik een hartinfarct en ging mijn vrije tijd anders indelen. Toen heb ik voor het mannenkoor gekozen. Ik ben 15 jaar bestuurslid geweest tot 2008. Tegenwoordig ben ik begeleider van het koorschoolproject. We hebben verschillende verzoeken van andere koren om dit succesvolle project te komen toelichten. Henny Ramakers gaat deze methode op papier zetten. Wij willen onze ervaringen graag delen.”