Nancy Ruijten (39) speelt saxofoon en is secretaris van deze club. Dat is niet toevallig! Ze is al lid sinds haar achtste levensjaar. Het gevolg is dat de Philharmonie niet meer weg te denken is uit haar leven.
Hoe is het allemaal begonnen?
Nancy: “Een vriendinnetje speelde blokfluit en dat wilde ik ook. Ik ben bij de Philharmonie gegaan en heb dus eerst blokfluit geleerd en daarna heb ik 20 jaar dwarsfluit gespeeld. Vervolgens kwamen er een heel regiment dwarsfluiters de club versterken terwijl de oude garde de stoelen bezet hielden. De nieuwkomers kwamen dus niet aan bod. Toen heb ik besloten om over te stappen op saxofoon. Het betekende tevens een nieuwe uitdaging voor mij.”
Beviel de saxofoon?
“Ja, bovendien zijn er meer mogelijkheden voor een saxofoon. Je kunt ook buiten de Harmonie bijvoorbeeld in een kapel meespelen. Bovendien ligt de basis van het bespelen van een dwarsfluit en een saxofoon dicht bij elkaar. Ik had enkele lessen nodig om de juiste mondsstand te leren. Voor de rest is het gewoon doen! Natuurlijk is aanleg ook belangrijk.”
Wat betekent de Harmonie voor jou?
“Muziek is ontspanning voor mij. Voor anderen is dat vaak sporten maar ik vind mijn ontspanning naast sporten vooral in de muziek. Oefenen voor de muzieklessen was voor mij geen belasting maar een hobby. Dat is voor mensen vaak niet zo. De les is leuk maar het oefenen niet. Ik heb vanaf kind zelf iedere dag mijn fluit gepakt, mijn ouders hoefden dat niet aan te moedigen. Maar ze zeiden wel dat je als je voor een vereniging had gekozen, daar ook alles voor moest doen. Tegenwoordig is dat vaak anders. Kinderen doen heel veel maar gaan niet echt ergens voor. Ze voelen zich niet betrokken bij hun vereniging. Bij mij was dat anders omdat we een groepje vrienden vormden. Daar wilde je alleen al bij zijn voor de gezelligheid.”
Heeft de Harmonie een verandering ondergaan?
“Vroeger was het een vaste kern leden die er langdurig bij waren. Veel leden die er 20 30, 40 jaar bij waren. Wij zagen deze vaste kern steeds kleiner worden. Als dat zo zou doorgaan, zou de harmonie op een gegeven moment ophouden te bestaan. Dat willen we voorkomen. Vroeger traden we op met 60 spelende leden en nu nog met 40 leden.
Wij hebben op de situatie ingespeeld. Bijvoorbeeld door het lidmaatschap flexibel te maken voor muzikanten die niet aan de vele verplichtingen van een vereniging kunnen voldoen. Wij bieden projecten aan gedurende een bepaalde periode. In de hoop dat mensen het zo gezellig vinden dat ze daarna besluiten langer te blijven."
Vertel iets over dat flex-musiceren?
“2010 hebben we gebruikt om met een werkgroep het hele project uit te werken. Vanaf januari 2011 zijn we gestart met het project ‘De nieuwe Harmonie’. We hebben een internetsite (www.denieuweharmonie.nl) gebouwd waar alle projecten gedurende een jaar op staan en hoeveel repetities nodig zijn. Ze kunnen bekijken per project welke muziek we spelen. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven als flex-lid, daarna worden ze uitgenodigd om deze repetities mee te komen spelen en mee te doen aan de uitvoering. We zijn nu met de ‘Limburgse avond’ bezig. De uitvoering is 25 februari in ‘De Ster’ in Maasniel. Daar hebben zich al 5 flex leden voor aangemeld! Het leuke daarvan is dat dit bijna allemaal mensen zijn die vroeger lid waren bij de Philharmonie maar op zeker moment afgehaakt hebben omdat de verplichtingen te groot waren.”
Welke instrumenten zijn voornamelijk nodig?
“Het hout, vooral klarinetten, maar ook dwarsfluiten, hobo’s, tenor- en baritonsaxofoons. En verder slagwerk. Op dat punt zijn we het meest kwetsbaar. Maar ook alle andere instrumenten zijn van harte welkom. Het volgende grote project waarvoor flex-leden zich kunnen aanmelden is het Stedelijk Muziekfeest, daar brengen we wat meer serieuze muziek. We hebben een jaar Top 2000 muziek gebracht en een andere keer filmmuziek. We brengen geregeld serenades en doen mee aan de dodenherdenking in Maasniel, dat zijn twee wat kleinere projecten. De voorwaarde om deel te nemen is dat ze op een redelijk niveau kunnen spelen en de dirigent bepaalt uiteindelijk of degene mee kan doen.”