Erik Driessen (49) is de voorzitter van de Stichting Beesels Keramisch Erfgoed (SBKE). Dat is niet toevallig. Zijn grootvader was mede oprichter van de fabriek Sint Joris in Beesel. Maar wat wil deze jonge stichting eigenlijk bereiken?
Wat is de bedoeling van SBKE?
Erik: “De stichting bestaat nu ruim twee jaar en wil in Beesel vervaardigde keramische kunst voor het nageslacht bewaren. Dat doen zij door middel van het verwerven of het in bruikleen nemen van kunstwerken. Grotere werken dreigen verloren te gaan omdat deze vaak in kerken geplaatst zijn die worden afgebroken. Het restaureren van deze werken doen we zelf.”
Vertel iets over de historie?
“Primair hield de fabriek Sint Joris zich bezig met bouwmaterialen zoals bakstenen en tegels. Maar in 1937 werd in Beesel bij Sint Joris ook een atelier gestart. Men richtte zich daar op kunst- en gebruiksvoorwerpen. Vanaf midden jaren vijftig ontplooiden ook andere Beeselse keramische bedrijven activiteiten op het gebied van het keramische ambacht zoals Loré en Ciro. In heel Europa vonden religieuze kunstwerken en monumentale standbeelden en objecten hun plek in kloosters, kerken en openbare gebouwen. Bekende Roermondse kunstenaars die werk in het atelier van Sint Joris realiseerden zijn onder andere: Piet Schoenmakers, Jules Rummens en Joep Thissen en Jean Lucker. De kleine keramische producten zoals wijwaterkruikjes, wijwaterbakjes en heiligenbeeldjes zijn nu geliefde verzamelobjecten.”
Hoe ging het verder?
“Na de oorlog moest Nederland weer opgebouwd worden en was er veel vraag naar bouwmaterialen. Maar men kreeg ook opdrachten voor het vervaardigen van monumentale kunstwerken waarmee architecten en aannemers hun bouwwerken decoreerden. Bijvoorbeeld scholen, banken en kloosters. Sint Joris kon deze monumentale objecten realiseren omdat zij grote ovens, toen nog gestookt met hout en kolen, tot hun beschikking hadden in verband met de productie van bouwmaterialen. Kunstenaars maakten graag gebruik van deze grote ovens.”
Hoe staan de zaken er op vandaag voor?
“De fabriek Sint Joris bestaat nog steeds, het atelier is inmiddels gesloten maar de stichting mag het atelier kosteloos gebruiken om werk te restaureren. Voor mij is het al vijftien jaar een hobby om werk van Sint Joris te verzamelen. Ik ben jarenlang alle markten in Nederland en België af gestroopt voor mijn verzameling. Enkele dorpsgenoten raakten door mijn collectie ook enthousiast en met z’n vieren hebben we de SBKE opgericht om grote werken van de ondergang te behoeden, te inventariseren en terug naar Beesel te halen. Inmiddels hebben we al een aantal unieke stukken verworven. Twee religieuze reliëf beelden van twee en een halve meter hoog uit een kerk in Arnhem sieren nu een hofje in het centrum van Beesel. Een compleet keramisch altaar met tabernakel uit een kapel in Utrecht wil de stichting graag een plaats geven in een kerk in Beesel. Een gedeelte van dit altaar is nu op de expositie ‘Religie, keramisch verbeeld’ te bewonderen.”
Wie zal dat betalen?
“Heel belangrijk zijn de 15 vrijwilligers die ons helpen bij de demontage en restauratie van de werken. Want dat proberen we zoveel mogelijk zelf te doen. Maar ook zijn er hoge kosten gemoeid met bijvoorbeeld materialen, gereedschap, transport, bouwkosten en vergunningen. Een aantal fondsen zoals het Prins Bernhard Cultuur Fonds, de SNS Reaal, Bouwcultuurfonds Limburg, enkele grote aannemers en natuurlijk Sint Joris steunen ons. Fondsen willen graag van tevoren een begroting van het project dat ze gaan steunen. Het probleem is dat we daar meestal geen tijd voor hebben. Als wij een aanbod krijgen om een werk te verwerven, moeten wij heel snel handelen anders is het gebouw al gesloopt en het kunst werk verloren. Wij zouden erg gebaat zijn bij een bedrag ‘in de pot’ zodat we direct kunnen reageren op een aanbod.”