Wil Kersten (68) is een van de negen leden van deze groep. Een selecte groep die zich al 25 jaar onmisbaar heeft gemaakt en vele opgravingen in de stad heeft gedaan of heeft begeleid. De W.A.R. is “watching you” als u een schop in de grond steekt. Wil is lid sinds 1993. Hij kreeg de smaak te pakken bij de opgraving van de Jesuitenkerk ( nu CK- theater) Zijn verdere taak is onder andere overleg plegen met de gemeente.

Omschrijf jullie taak eens?

Wil: “Wij maken gebruik van informatie van mensen over hun eigen of andermans verbouwingen. Wij stellen de gemeente op de hoogte van verbouwingen en bijvoorbeeld uitgravingen van kelders als ons deze ter ore komen. We hebben regelmatig overleg met de gemeente daarover. Vooral om te voorkomen dat er objecten verloren gaan waar men later spijt van heeft.”

Krijgen jullie nog van meerdere bronnen informatie?

“Bijvoorbeeld van Bouw- en Woning Toezicht krijgen we geregeld informatie dat er ergens gewerkt zal worden waar misschien iets interessant in de bodem ligt. De binnenstad van Roermond is een archeologisch beschermd gebied. Daar mag niet gegraven worden zonder een officiële archeoloog.”

Wie staat niet te juichen als jullie komen kijken?

“Bouwbedrijven zijn daar niet blij mee, het kost hun alleen maar geld. Wij zitten daar niet zo mee, de gemeente wel. Bouwbedrijven komen daar klagen. Er worden eerst proefboringen verricht en als er bewijs is dat er eventueel iets te vinden is, wordt er een offerte gemaakt door een bevoegd opgravingsbedrijf. De eigenaar of projectontwikkelaar moet betalen in zo’n geval. Maar dat weten ze van tevoren als ze in de stad bouwen. Een enkele keer, zoals op de Markt, was de opgraving een volkomen verrassing.”

Is een opgraving altijd spannend?

“Je weet nooit wát je vindt. Of er al veel gerommeld is in het verleden. Zoals bij Hotel De Toerist. Daar hebben in het verleden al verschillende verbouwingen plaats gevonden. Je moet wel onderzoek doen want als de aannemer begint, ben je in principe te laat. De aannemer wil zo snel mogelijk een schoon terrein hebben. Soms valt een muur of een heel gebouw om! Tja, is dit dan voorbedachte rade? Verder houdt de Stichting Rura, waar wij weer een onderdeel van zijn, het onderhoud van de monumenten van Roermond nauwlettend in de gaten.”

Wie doet de opgravingen?

“Wij doen dat zelf niet meer. Dat doen de archeologische bedrijven. Op een bepaald moment is er door de overheid besloten dat amateur-archeologen geen opgravingen meer mogen doen. Alle vondsten worden op professionele manier opgegraven, gedocumenteerd, geconsolideerd en eventueel gerestaureerd. Nadeel is dat er concurrentie tussen de archeologische bedrijven ontstaan is en gekozen wordt voor de goedkoopste aanbieder. Het kan gebeuren dat een opgraving maar net op het randje is. Wij zouden misschien net een beetje verder gaan en net een beetje meer tijd besteden aan een opgraving.”

Heb je zelf wel eens iets interessants gevonden?

“Jawel. Bijvoorbeeld potscherven uit de 13e eeuw. Op de Schuitenberg hebben we eens hele grote aardewerken ( Elmpter ) voorraadpotten gevonden uit de 14e eeuw. Zoiets kom je zelden tegen. Het is steeds een stukje van de legpuzzel uit het verleden van Roermond. Laatst kwam in het pand Rooswinkel op de Markt een hele oude kelder tevoorschijn met een keienfundering ( 13e eeuw). Dat is zeldzaam in Roermond. Het leuke hiervan is dat de eigenaar deze keien in het zicht gelaten heeft en dus nog bewonderd kunnen worden.”