Welke muziek is uw favoriet?
“Ik luister iedere dag naar de klassieke zender op de radio. Daar kletsen ze niet zoveel door. Operettemuziek vind ik ook mooi maar dat hoor je tegenwoordig niet meer. Vroeger hadden we niets anders dan operettemuziek. Ik luisterde op zondagmiddag samen met mijn vader naar de Belgische radio. Ik was een van de acht kinderen thuis. Vastelaovendliedjes zing ik graag mee. Ik weet alle woorden nog steeds uit mijn hoofd.”
Waarvan kunt u wakker liggen?
“Van alles wat er verkeerd gaat. Als er iets met de kinderen is. Als ik het nieuws gezien heb, denk ik ‘weg ermee’. Dat is allemaal zo verschrikkelijk. Ik kijk liever naar Engelse detectives. Beter dan Amerikaanse. Dat is altijd alleen maar pief, paf, poef en de vrouwen lijken op Barbies.”
Wat is het mooiste wat u ooit heeft meegemaakt?
“De geboorte van mijn vier kinderen, drie meisjes en een jongen. Ik heb veel respect voor mijn kinderen. Ze doen wat ze kunnen voor mij. Ik word altijd heel blij als ‘ s morgens het zonnetje schijnt.”
Bent u geworden wat u wilde worden?
“Nee... Ik wilde onderwijzeres worden. Dat mocht! Maar mijn moeder had reuma en kon helemaal niets. Toch kwam er ieder jaar een kindje. Ik vergeet het nooit, de huisarts zei op een gegeven moment tegen mij: je kunt geen onderwijzeres worden, je moeder heeft je nodig in het huishouden. Er waren nog vier kinderen jonger dan ik. Dus ik ging het huishouden doen. Ik vond de kindjes lief en je deed dat vroeger gewoon. Ik was altijd braaf.”
Heeft u iets met natuur?
“Altijd veel gewandeld in de natuur. De Meinweg. Dat voelde vrij. Vroeger werd je alles van boven opgelegd. Later heb ik me aan dat harnas ontworsteld.”
Wat heeft u van thuis meegekregen?
“Eerlijk zijn, vooral braaf zijn, voor andere mensen zorgen. Ik kan boos worden als mensen zich irriteren aan dingen die er niet toe doen. Bijvoorbeeld als ze bij een school wonen en ze maken bezwaar tegen het lawaai van de kinderen. Dan denk ik: ‘ga in een hutje op de hei wonen’. Ik kan er ook niet tegen als mensen elkaar besodemieteren.”
Wat verwacht u van de toekomst?
“De toekomst is voor mij mistig. Ik ben bezorgd over de kinderen en kleinkinderen. Voor mezelf boeit het me niet meer. Maar als ik me goed voel, leef ik nog graag.“