Thuis!

Een huis is nog lang geen thuis. Een thuis maak je zelf door je eigen sfeer te creëren. Goede smaak is mooi meegenomen maar een eigen smaak is belangrijker. Wat de één mooi vindt is voor de ander totaal niet aanvaardbaar. In deze rubriek vertellen mensen over hun thuis en hoe dat voelt.
Appartement Pierre Huyskensplein
Door
Mar-Li Wingens
15 oktober, 2011

Mevrouw Mieke Minten-Lamers vertelt:

Het begin

Ik ben geboren in Maasniel, toen nog een zelfstandig dorp. Toen ik zes jaar was zijn we in de Brugstraat in Roermond gaan wonen. Mijn vader begon toen een ijzerwarenzaak. In 1944 stierf mijn vader op 46-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Wij hadden thuis vijf kinderen. Mijn ouders hadden die avond hun wekelijkse kaartavondje gehad. Die keer bij buren Luyten. Vaste kaartvrienden waren verder de heer en mevrouw Van den Bergh en de heer en mevrouw Zwanenberg. Het was heel gezellig in de Brugstraat. Een broer van mijn vader heeft na het overlijden van vader geholpen met de zaak. Toen volgde de evacuatie naar Friesland en toen we terug kwamen was er geen dak meer op ons huis. Mijn zus Jessie is toen van school gegaan en heeft de zaak overgenomen. Ik heb mijn man Jo leren kennen op een feestje van een vriendin. Hij bracht me naar huis en we zijn in 1953 getrouwd en we hebben drie kinderen gekregen, Bert, Ingrid en Paul.

Zakenmensen

Na ons trouwen hebben we in de Kloosterwandstraat gewoond, tegenover het postkantoor. Wij hebben de herenkapperszaak van de ouders van Jo overgenomen. Twee zussen van Jo, Kitty en Ger namen de dameskapperszaak onder hun hoede. Later heeft een broer deze zaak overgenomen. Toen deze straat werd afgebroken zijn we verkast naar de Sint Christoffelstraat en zijn een sigarenzaak begonnen. Daar hebben we gewoond tot bleek dat onze kinderen de zaak niet wilden hebben. Jo vond dat we moesten gaan profiteren! We zijn in een appartement in de Christoffelstraat gaan wonen., tegenover ons oude huis. We waren daar de eerste bewoners. Jo is zestien jaar geleden overleden.”

Riant

Ik woon nu sinds vier maanden in een appartement in op het Pierre Huyskensplein, achter het Arresthuis. Mijn schoonzoon Elmer en mijn dochter Ingrid hebben dit allemaal geregeld. Ze hadden het appartement bij wijze van spreke al gehuurd toen ik het nog niet gezien had! Ik zei eerst: ‘och Ingrid, laat me hier toch zitten’. Ingrid was van mening dat vier hoog te hoog was. Ik keek uit op alleen maar daken. Nu heb ik een leuk uitzicht op het plein en op het terras van de vroegere gevangenis. Heel mooi! En als ik zorg nodig heb kan ik die hier krijgen.

Het nieuwe onderkomen

Het is een mooi appartement, ruime huiskamer met open keuken. Met alles er in en er aan, zelfs een afwasmachine, verder een koelkast, diepvries en veel kasten en laden. Een inductieplaat om te koken. Niet dat ik veel kook. De man van Ingrid kookt meestal voor mij mee en als ik twee maal per week vrijwilligerswerk in bejaardentehuis De Pollart doe dan eet ik daar. Er zijn geen drempels in het hele huis, behalve in de badkamer. Ik heb twee slaapkamers waarvan ik de kleine ingericht heb als inloopkast en opbergruimte. Op de vloeren heb ik zeil dat er net zo uitziet als parket. Iedereen denkt dat het echt is. Ik heb overal dezelfde gordijnen. Gelukkig heb ik geen meubels weg hoeven te doen. Het is heel mooi en rustig wonen op mijn nieuwe plekje. Ik heb nog niet heel veel buren. Een aantal appartementen wachten nog op nieuwe bewoners. Ik woon zelf op de eerste etage.”

De toekomst

Ik ben niet van plan om in een bejaardentehuis te gaan wonen. Zolang ik nog alles kan, blijf ik in mijn eigen huis. Ik ben bijna als nieuw, ik heb een nieuwe schouder, twee nieuwe knieën, nieuwe ogen, mijn tenen zijn recht gezet, geen blinde darm en geen amandelen die nog lastig kunnen gaan doen. Ik ben geheel gerenoveerd. Ik heb ongeveer 32 jaar gerookt maar dat doe ik al lang niet meer. Mijn kinderen en kleinkinderen roken gelukkig ook niet ondanks dat wij een zaak in rookwaren hebben gehad!

Deel dit artikel

Lees volgende Thuis!
Sint Jansstraat