• THUIS!

Een huis is nog lang geen thuis. Een thuis maak je zelf door je eigen sfeer te creëren. Goede smaak is mooi meegenomen maar een eigen smaak is belangrijker. Wat de één mooi vindt is voor de ander totaal niet aanvaardbaar. In deze rubriek vertellen mensen over hun thuis en hoe dat voelt.

Jonny Hauer

Ik richt mijn poppenhuizen in zoals wij zelf zijn ingericht. Ik heb geen modern poppenhuis.
ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Jonny Hauer (65) woont in een gewone tussenwoning maar dat huis lijkt, eenmaal binnen, wel een museum. Jonny verzamelt kinderserviesjes en poppenhuizen. Zij maakt de meeste interieurs zelf. Je raakt niet uitgekeken op de mooie, grappige kleine spulletjes. Echtgenoot Louis spaart postzegels en dus zijn ze geregeld te vinden op rommel- en verzamelmarkten.

Waarom ben je poppenhuizen gaan verzamelen?

Jonny: “Dat is eigenlijk een gevolg van het verzamelen van kinderserviesjes. Het begon met mijn eigen kinderserviesje dat ik altijd bewaard heb. Op een gegeven moment zag ik ergens een leuk serviesje staan. Toen was er al gauw een kast nodig om ze in uit te stallen. In het begin vond ik alles leuk. Later kocht ik nog alleen oude serviesjes. Ik kreeg ook veel cadeau van mensen. Langzamerhand kwamen er ook kleine meubeltjes bij, tafeltjes, stoeltjes. Mijn schoonvader maakte mijn eerste poppenhuis. Ik moest het wel zelf afwerken. Dus verven, behangen, vloerbedekking leggen. En toen kwam van het een, het ander…”.

Wat bedoel je?

“Ik kocht ergens in België een poppenhuis en dat heb ik toen helemaal in Oostenrijkse stijl ingericht. Ik ging heel veel zelf maken. Niet alles maar wel het meeste. Het bankje, stoelen, tafeltje en alle kleine spullen. Een kruisbeeldje, een openhaard, de mat is bijvoorbeeld een stukje glasgordijn met daar draadjes door gevlochten. Alle keukenattributen, in de zelfgemaakte kastjes staan piepkleine serviesjes, er liggen lakentjes en sloopjes en handdoekjes. Op een bank voor het huis zit een heel gezelschap muzikanten in Oostenrijkse klederdracht.

Daarna volgde een keukentje met alles er op en er aan. Toen een schooltje. Een winkeltje met rollen stof, zelfgemaakte hoedjes, tasjes en zelfs een bh’tje. De poppetjes kleed ik altijd aan. Ik brei of haak van naaigaren kleertjes. Voor een popje van drie centimeter heb ik een doopjurkje met mutsje gemaakt. Een heel priegelwerk.”

Hoe vol staat je huis inmiddels?

“We hebben een stuk bij gebouwd en daar staat een kast met serviesjes. Ik heb diverse poppenhuizen in de huiskamer staan. Het keukentje staat in de keuken, het toilet staat op ons toilet. Het Oostenrijks huis staat op het bureau. Op de naai/computerkamer staat het schooltje en het Sjinderhannesateliertje en het winkeltje. Dat zijn de poppenhuizen die in het huis staan. Op zolder staan er nog drie met de interieurs maar ik heb geen plaats om ze uit te stallen. Ik heb ook nog een kamer vol spullen. Ik verzamel nu nog alleen serviesjes maar als ik iets bijzonders zie voor een poppenhuis, koop ik dat toch!”

Waar vind je iets van je gading?

“Op rommelmarkten en verzamelbeurzen. Daar zie ik soms serviesjes staan die 500 euro kosten. Die koop ik echt niet, maar wel leuk om te zien. Een keer ben ik over mijn budget gegaan toen ik twee serviesjes van Ragout kon kopen. Die kon ik niet laten staan. Ik vind het een sport om serviesjes compleet te maken. Ik zoek zolang tot ik dat ene kopje of dekseltje gevonden heb. Ik heb bijna alles serviesjes in kasten achter glas”

Heb je wel een geëxposeerd?

“Ik zie mezelf de spullen niet allemaal inpakken en weer uitpakken. Nee, dat doe ik niet. Mensen vragen vaak hoe ik het allemaal schoonmaak. Nou ik doe iedere dag een gedeelte en aan het eind van de week heb ik alles schoon.”

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906