• THUIS!

Een huis is nog lang geen thuis. Een thuis maak je zelf door je eigen sfeer te creëren. Goede smaak is mooi meegenomen maar een eigen smaak is belangrijker. Wat de één mooi vindt is voor de ander totaal niet aanvaardbaar. In deze rubriek vertellen mensen over hun thuis en hoe dat voelt.

Manon Smid

Ik hou van spullen van de kringloop en enkele nieuwe spullen zoals mijn heerlijke plofbank.
ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Manon Smid (39) jaar woont heel tevreden in haar appartement in de binnenstad van Roermond. Een rustige straat met toch alle bedrijvigheid in de omgeving. Ze was nooit honkvast maar nu heeft ze haar thuis wel gevonden.

Ben je een stadsmens?

“Ja, absoluut! Ik ben geboren in Hoorn in Noord-Holland en op mijn 12e in Roermond gaan wonen. Mijn vader had hier een baan gekregen. Wij gingen op de Donderberg wonen in de Kastelenbuurt. Wij vonden het best sjiek. In Hoorn hadden we een drive-in woning en hier kregen we een woning met een tuin aangrenzend aan de woonkamer. Dat was een hele vooruitgang. Voor mijn broer en mij was het een grote verandering. Het was erg wennen.”

Hoe lang duurde het inburgeren?

“Ik vond het verschrikkelijk en mijn moeder ook. Zij is een echte Amsterdamse en wilde eigenlijk hier niet wonen. Mijn vader was al een jaar eerder hier gaan werken en had al een leven opgebouwd. Mijn broer had er geen moeite mee. Ik was een verlegen meisje en daarbij verstond ik niemand. Ik ging naar de MAVO op de Rijks. Wij vonden elkaar wederzijds raar. Zo rond mijn 16e veranderde dat en vond mijn draai.”

Hoe ging het verder?

“Mijn ouders scheidden toen ik 18 jaar was. Ik ging toen uit huis en ik ging in de Slachthuisstraat wonen met zes anderen in een huis. Ik had een kamer helemaal boven. Een leuke kamer maar ik was eigenlijk niet zover dat ik op mezelf kon wonen. Toen ben ik toch maar weer bij mijn moeder gaan wonen, zij woonde op de Hamstraat in een appartement. Toen ik 20 was ben ik in de Neerstraat gaan wonen in een studiootje. Er woonden zes meiden in dat complex en het was heel gezellig. Iedereen had zijn deur open. Daar ben ik intern van studio veranderd. Van één hoog naar begane grond. Daar had ik zelfs een tuintje.”

Waar kwam je daarna terecht?

“Toen ik 31 jaar was, ben ik gaan samenwonen met mijn toenmalige vriend in de Javastraat. Het viel me daar wat tegen omdat daar niets is qua winkels of zoiets. Er is daar niets! Na ongeveer 3 of 4 jaar was de relatie over en toen ben ik tijdelijk bij mijn broer en zijn vrouw ingetrokken. Ik heb me laten inschrijven bij een woningbouwvereniging. Acht maanden later kreeg ik een appartement in de binnenstad.”

Was je er blij mee?

“Ik had veel geluk dat ik dit appartement kon krijgen. Dat was op de eerste etage. Inmiddels ben ik intern weer verhuisd naar de tweede etage. Dit appartement heeft twee slaapkamers. De locatie is super. Ik kan mijn auto parkeren. De achterkant is heel rustig en daar zijn de slaapkamers en aan de voorkant heb ik toch wat leven dat bij de stad hoort. Ik kan vanuit mijn raam naar het Stationsplein kijken. Ik heb leuk contact met alle buren. Een buurvrouw bood altijd een plekje aan alle flatbewoners om even te zitten en bij te babbelen. Zij is nog niet lang geleden vertrokken naar Roncalli. Ik moet daar eens op bezoek gaan, dat heb ik beloofd!”

Ben je nu echt thuis gekomen?

“Dit appartement vind ik helemaal te gek. Heel huiselijk, schuin dak. Ik woon er heel gezellig met mijn hondje Saartje. Wij zijn tevreden!”

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906