• MOON

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds "maedje", geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de "boze stiefmoeder" van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.

Een beetje kanker (2)

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Woensdag had ik mijn borstonderzoek, maar eerst ging ik bij mijn moeder lunchen. Mijn zusje Klara en ik doen dit al sinds jaar en dag op woensdag. Mijn moeder begroette me hartelijk en feliciteerde mij alsnog met mijn 51ste verjaardag. Ik kreeg een grote bos rozerode anjers en een envelopje met vijftig euro. Klara had ook nog wat kleine cadeautjes en we aten de lekkerste tosti’s ter wereld. We aten in het lentezonnetje op het terras, pratend over koetjes en kalfjes.

Om half twee had ik een afspraak op de mammacare. Ik moest erg lang wachten op de chirurg die handmatig onderzoek deed. ‘Ik voel niks vreemds‘ mompelde hij. ‘Oké, kan ik dan nu naar huis?’ Neen, op naar de radiologie en na een half uurtje wachten werd ik in het kleedkamertje gevraagd. ‘Kleed je van boven maar uit’, zei de vriendelijke vrouw, en daarna leidde ze me naar het mammografieapparaat. Ik werd in allerlei houdingen gezet en ze nam mijn borst, maatje D, als een baby op en plaatste het op een plaat. Ze plette mijn borst tot, het leek, een centimeter dik en ik zei: ‘Auw, auw, auw, wat een gemeen vrouwtje bent u’. Ze lachte fijntjes en zo ging het nog drie keer. Ik mocht mij weer aankleden en weer moest ik twintig minuten wachten om te kijken of de foto’s gelukt waren. 

Toen naar de echoafdeling. Weer van boven vrijmaken en ik werd op een brancard gelegd met een wollig handdoekje over mijn borst. De arts die de echo maakte zei helemaal niets en hij spoot een flinke lading warm glijmiddel over mijn borst (Klinkt een beetje smerig, niet?). Ik kon meekijken op de monitor en het was mij een raadsel hoe hij in die vage beelden überhaupt iets zou kunnen ontdekken. Ik vroeg nog: ‘Die donkere dingen, zijn dat de borstklieren?’ Hij knikte bevestigend. Na tien minuten werd de kleverige smurrie afgeveegd en mocht mij weer aankleden. ‘Klaar?’ vroeg ik hoopvol. ‘Neen, u mag nog even terug naar de röntgen om nog een fotootje te laten maken.’

Weer terug, weer wachten, weer bovenkleding uitdoen en weer een hoop geduw en geplet, en weer wachten. Er zat ook een ouder paar te wachten. Die vrouw had een lage rookstem en kwam uit een volksbuurt. Ik raakte met hen aan de praat. ‘Oh, ik heb zin in een sigaretje’, zei ik lachend. ‘Neen, dat mag hier niet’ zei de man. De vrouw vroeg: ‘Ben je ook uit de wagen gehaald.’ (De bevolkingsonderzoek -wagen) ‘Ja zeker’, antwoordde ik. ‘Was het bij jou ook niet goed?’ Ik knikte neen. ‘Oh’ zei ze, ‘Ik ben anderhalve week door een HEL gegaan.’ ‘Ik ook’, bromde de man droog. We praatten verder over erfelijkheid en kanker. Mijn mobieltje ging over. Het was Bert, net wakker van de nachtdienst. ‘’En?’ vroeg hij belangstellend. ‘Och, ja’ zei ik zachtjes, want iedereen zat mee te luisteren. ‘Het is veel wachten, saai en pijnlijk.’  ‘Hoezo pijnlijk?’ ‘Ja, je borst wordt geduwd, getrokken en geplet. Jij gaat heel wat liever met mijn jongens om.’ 

Om mij heen klonk een luid geschaterlach en ik keek verbaasd om mij heen. De vrouw met de rookstem stak haar duim naar me op en zei: ’ Groot gelijk, meisje.’ De assistente kwam naar me toelopen: ‘U mag naar huis.’ ‘Wie Ikke?’, vroeg ik met Bert nog aan de telefoon. Ze knikte en ik vroeg: ‘Heeft u geen uitslag voor mij?’ ‘Neen, die krijgt u van de huisarts.’ Ik riep blij en opgelucht en de telefoon: ‘Bert, ben je er nog? Zet de koffie maar aan, ik kom naar huis’.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906