• IEDER ZIJN VAK

Verpleegkundige voor de nacht

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Eugenie Punt (43) heft er geen problemen mee om ’s nachts te werken en overdag te slapen. Verder vind Eugenie het prettig om zelfstandig te kunnen werken en zelf het werk in te delen.

Hoe ben jij verpleegkundige geworden?

“Ik ben verpleegkundige geworden door allerlei bijscholingen en cursussen te volgen. Ik heb geen aaneengesloten opleiding gevolgd. Ik heb ooit HBO J gedaan, Jeugdwelzijnswerk. Door uitzendwerk ben ik in de gehandicaptenzorg terecht gekomen. Ik heb vervolgens 18 jaar bij Sint Anna in Heel gewerkt. Daar heb ik mijn bijscholingen kunnen doen. En ben verpleegkundige geworden.”

Waarom ben je bij Sint Anna weggegaan?

“Ruim twee jaar geleden moest ik meer gaan werken in verband met mijn echtscheiding. Het was niet mogelijk om bij Sint Anna meer uren krijgen. Dus ben ik gaan solliciteren. Daardoor ben ik op Camillus terecht gekomen. Ik wil ’s nachts werken omdat ik twee kinderen van 7 en 11 jaar heb en op die manier kan ik mijn werk goed met de kinderen combineren. Ik werk steeds een aantal dagen achter elkaar en dan hoef ik bijvoorbeeld negen dagen niet. Te werken Op die manier ben ik redelijk veel thuis voor de kinderen.”

Vind je het lastig om ’s nachts te werken?

“Ik heb er geen moeite mee om overdag te slapen en ’s nachts te werken. Ik draai al 11 jaar nachtdiensten. Er zijn veel mensen die wel last hebben van de omslag van nacht naar dag en andersom. Ik niet! Ik slaap prima overdag en als ik werk, ben ik steeds bezig.”

Verschilt het werk ’s nachts en overdag?

“’s Nachts is het ánders druk. Overdag moeten mensen met alles geholpen worden, eten, toiletgang, aan en uit de kleren helpen enz. ’s Nachts liggen de mensen in bed, een enkeling kan er zelf uit. Ik ben alleen op een afdeling en er wonen dertig mensen die bellen als ze me nodig hebben. Ik werk dus alleen maar er is welk een nachthoofd in huis. Ik kan haar of hem bellen als dat nodig is. Dat kan zijn bij calamiteiten of als het slecht met iemand gaat. Ook als ik iemand niet alleen kan verzorgen kan ik deze hulp inroepen.”

Is het een eenzaam beroep?

“Ook dat vind ik niet vervelend. Ik vind het juist heerlijk om mijn eigen tijd in te delen. Ik heb mijn taken en werkzaamheden en die moeten klaar zijn om 7 uur. Bijvoorbeeld medicijnen klaarzetten, maar ook werkzaamheden van huishoudelijke aard zoals de tafels dekken. Soms is werk blijven liggen omdat het overdag erg druk is geweest. Dat doe ik dan ook. Het is ook afhankelijk van hoe veel er gebeld wordt om hulp. Ik neem af en toe een kleine pauze en dat bepaal ik ook zelf.”

“ Ik lees als eerste na de overdracht alle informatie over de patiënten. Ik heb een vast ritme voor mezelf vastgesteld en kijk hoe het er in de keuken voorstaat. Soms moet ik daar nog wat opruimen en regelen. De nachten verschillen in het opzicht dat er soms veel gebeld wordt en soms valt dat erg mee. Soms moet ik aan een iemand extra aandacht geven. Op mijn afdeling wonen vooral uitgerevalideerde patiënten. Maar soms herstellen mensen en kunnen ze weer naar de thuissituatie. De situatie is eigenlijk elke nacht anders.”

Heb je tijd voor een praatje met de patiënten?

“De mensen blijven meestal heel lang en daardoor leer ik de meeste mensen goed kennen. We bouwen een band op. De jongste op de afdeling is begin zestig en de oudste vijf en negentig jaar. Sommige mensen slapen de hele nacht door en hun leer ik nauwelijks kennen. Andere mensen help ik minstens een keer per nacht en dan vertellen we gezellig wat. Als ik tijd heb, dan geef ik die tijd ook.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906