• IEDER ZIJN VAK

Winkel in tweede hans kleding

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Annette Coenen (57) en Sarah van Dyck (35) zijn moeder en dochter en partners in zaken. Ruim twee jaar runnen ze samen de winkel en allebei gooien ze hun sterke punten in de strijd. De een kan goed verkopen en de ander is goed in de organisatie en administratie. Samen vormen ze een sterk team.

Van wie was het idee voor deze winkel?

Annette: “Eigenlijk een vriendin van mij. Ik had op dat moment geen werk en ik was toen 54 jaar. Ik wilde ook niet meer afhankelijk zijn van een werkgever. Ik ‘speelde’ secretaresse van een psycholoog maar ik heb 20 jaar evaring in de horeca, ik heb gewerkt als makelaar, ik ben manager geweest op een golfbaan en ook nog relatiebemiddelaar. Ik zeg niet zo snel ‘nee’ tegen kansen die op mijn pad komen. Bijna drie jaar geleden kwam dit pand op mijn pad en het idee om een tweede hands kledingwinkel in het midden- en hogere segment te beginnen. Dat was voor mij een grote stap. Ik had er eigenlijk nooit aan gedacht om een eigen zaak te beginnen. Ik denk dat ik een laatbloeier ben.”

Sarah:” Ik vond het meteen heel leuk en wilde wel meedoen met mama. Ik heb als decorateur bij een grote meubelzaak gewerkt. Daarna heb ik een eigen meubelstoffeerderijtje gehad en werkte al lang niet meer voor een baas. Dat wilde ik ook niet meer. Dit idee voor een kledingzaak kwam op het juiste moment.”

Wat was de uitdaging?

Annette: “Ik had helemaal niks met kleding, wel met het runnen van een bedrijf. Ik ben eerst met iemand gaan praten die zo’n winkel had. Sarah kwam er bij en vanaf het begin hebben we gesprekken gevoerd. Daarbij was het pand in de Neerstraat heel erg leuk. Ik was er helemaal gek op. Daarna kwam pas het idee om kleding te gaan verkopen.”

Hoe komen jullie aan de kleding?

Sarah:” Door particuliere inbreng. Mensen brengen bij ons hun kleding die ze willen verkopen. Voorwaarden zijn dat de kleding van een bepaalde klasse moet zijn, niet kapot of versleten, schoon, in perfecte staat. Met klasse bedoelen wij vanaf het midden segment tot hogere klasse. Het liefste hebben we de miskopen van mensen, dus niet of nauwelijks gedragen. We nemen ook schoenen, tassen, riemen en modesieraden aan.”

Leg eens uit?

Sarah: “Alles gaat in consignatie. We nemen de spullen in en iedereen krijgt een klantnummer. Dat wordt ingevoerd in de computer. Als we iets verkopen, krijgt de eigenaar 40 procent van de verkoopprijs. Na een bepaalde periode wordt dit geld uitbetaald. We maken meteen bij inbreng een nieuwe afspraak met de mensen. Dan komen ze terug en wordt er afgerekend. Als de spullen niet verkocht zijn, nemen ze deze weer mee.”

Heeft de winkel een bepaalde uitstraling?

Annette: “De winkel straalt gezelligheid uit. Huiskamerachtig. Mensen krijgen altijd een kopje koffie. Het is belangrijk dat de klanten de tijd nemen. Het is niet een ‘kant en klare’ stijl. Wij zoeken samen naar mooie combinaties. Ik kan mensen goed aankleden. Vaak zijn mensen ook overdonderd door de grote hoeveelheid kleding. Het is een uitdaging om mensen met niet zo’n grote beurs toch kwalitatief goed gekleed kunnen gaan.”

Sarah: “Ik neb van de inname en de administratie. Dat is mijn sterke kant.”

Wat is belangrijk?

Sarah:” We hebben eigenlijk twee soorten klanten, de mensen die kleding brengen en de mensen die kleding kopen. De sfeer is belangrijk, beide soorten klanten moeten zich op hun gemak voelen. Ik vind het ook belangrijk dat we aan recycling doen. De spullen krijgen een tweede kans bij ons. Ik geniet ook erg van mooie stoffen.”

Annette: “De winkel loopt vanaf het begin goed en wij kunnen allebei onze creativiteit kwijt in de winkel. Ik maak wel twee of drie keer per week een nieuwe etalage.

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906