• MOON

Graag wil ik jullie lezers, deelgenoot maken van de hoogte- en dieptepunten uit mijn leven. Ik ben Moon, 57 jaar en ik ben al 12 jaar getrouwd met Bear. Ik ben een Roermonds "maedje", geboren en getogen, maar woon nu in een dorp in midden Limburg. Ik ben de "boze stiefmoeder" van een jongen van 23 en een meisje van 19 jaar.

Een beetje kanker (4)

ARTIKEL DELEN OP SOCIALE MEDIA

Moon heeft enkele onderzoeken moeten ondergaan omdat er ‘iets ’niet goed is met haar borst.

Vier dagen later.

Na een prachtige week met temperaturen van wel vijfentwintig graden, was het vandaag een donkere grijze dag. Afgelopen nacht was ik wakker geworden van de donderslagen en de regen die tegen mijn slaapkamerraam sloeg.

Donderdag hadden we nog gezellig gepokerd en Bert en ik wonnen. Daarna keken we foto’s op de computer en we konden niet stoppen met kijken. Het was een mengelmoesje van foto’s van vakanties, familie, feesten die we gehouden hadden, prachtige natuuropnames, en eindeloos veel foto’s van de poezen Muts en Póngelke. Ondertussen dronken we wijntjes en biertjes. We  concludeerden dat we prachtige jaren achter de rug hadden en dat we nog maar weinig tegenslagen te verduren hadden gehad. Alleen het ontslag van Bert, vier jaar geleden,  mijn burn-out en de bronchitis van Bert. Het overlijden van mijn vader zat er al jaren aan te komen, hij had Parkinson.

Het was een mooie terugblik, met in mijn achterhoofd het zwaard van Damocles dat boven mijn hoofd hangt. Over drie dagen krijg ik de uitslag.

Het zijn spannende dagen. Ik werd ontzettend boos op Bert omdat meneer mijn eten niet lekker vond. Ik schreeuwde dat hij zelf maar eens  koken moest en dat hij maar eens  elke dag iets lekkers moest verzinnen . Ik zat de hele avond verder te mokken voor de computer, heerlijk onredelijke verwijten naar Bert toe de mompelen en dit ontaardde in een gigantische huilbui. Bert bleef er erg rustig onder en legde uit dat hij logischerwijs bepaald voedsel nu eenmaal niet zo lekker vond en dat hij daar ook niets aan kon doen. Maar hij had zijn best gedaan om het toch op te eten. Hij voegde eraan toe, voor hij naar bed ging, dat mijn gedrag ook wel een beetje spanning afreageren zou zijn en dat hij dat wel begreep.

Daarna huilde ik mijn ogen rood en pijnlijk en voor de volgende morgen schreef ik hem een briefje: ‘De koffie staat klaar. Sorry voor mijn overdreven reactie gisteren, maar je snapt me wel. XXX, kus Moon.’

Het had me wel goed gedaan, op het werk was ik weer de gezellige vrolijke Moon.

Helaas kon Bert vandaag niet mee naar de arts, dus vroeg ik Klaartje, mijn zusje. Ze kwam op het nippertje aanfietsen en we gingen naar de mammapolie. Daar moesten we een uur wachten. Ik was toch erg gespannen, maar Klaartje praatte over van alles en nog wat en ik was blij dat ze er bij was.

Eindelijk werden we naar binnen geroepen. Dokter Bell en zuster Ellie gingen zitten en de dokter keek in mijn papieren en noemde alle behandelingen op die ik had ondergaan. ‘Het ziet er niet goed uit, mevrouw B.’, zei hij vriendelijk, ‘Er zijn kwaadaardige cellen aangetroffen in het weefsel van uw borst. ‘ Ik bevroor ter plekke. ‘En die plekken zullen we moeten verwijderen en dat zal door middel van een operatie gaan. Dat kan een amputatie zijn of een borst besparende operatie maar dat betekent dat u daarna nog zeker vijf weken bestraald zal moeten worden. De ene behandeling is niet beter dan de andere, ze zijn allebei even veilig. Verder zullen we nog het lymfegebied in de oksel goed moeten onderzoeken......’.

Toen brak ik en de tranen begonnen te stromen. Ellie kwam met een zakdoekje en Klara sloeg een arm om me heen. De dokter praatte verder maar ik hoorde niets meer van wat hij zei. Ik was helemaal van slag.

Klaartje, de eeuwige optimist, vroeg: ‘Maar ze is er wel op tijd bij, he?’

‘Ja,’ antwoordde de dokter bevestigend, ‘We hebben ook geen knobbeltje kunnen ontdekken, alleen weefsel. We zullen nog wat foto’s moeten maken om het te lokaliseren, maar omdat het geen knobbeltje is zal dat wat moeilijker zijn.’

Nellie nam ons mee naar het kamertje ernaast, gaf me een bekertje water en begon allerlei dingen te vragen, maar ik was er niet bij. Hoe moest ik dit Bert vertellen, en mijn moeder...?

VOLG ROERMONDENAAR.NL
WIE WOONDE WAAR IN ROERMOND 1937
TAALGEBRUIK EN CULTUUR IN ROERMOND

Lotte onderzoekt het taalgebruik in Roermond. Ze kijkt daarbij naar verschillende talen en hoe deze door de vele verschillende inwoners van Roermond gebruikt worden in het dagelijkse leven.

Lees verder

TELEFOONGIDS VAN ROERMOND UIT 1906