Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Anita Blom-Scharis, Zweden
Door
Mar-Li Wingens
5 november, 2007

Anita Blom- Scharis (43) woont al twintig jaar in Zweden.

Zij vertelt:

Ik ben geboren in Utrecht. Toen ik negen jaar was, zijn we verhuisd naar Venray. Een cultuurshock, van een grote stad naar een klein Limburgs stadje. Ik bleef ‘die Hollander’. Toen ik twaalf was gingen we in Herkenbosch wonen. Daar ben ik gaan stotteren! Daar was het zo mogelijk nog erger dan in Venray. De onderwijzers zeiden dat ik maar normaal moest doen, dan ging het pesten en stotteren wel over. Toen ik achttien jaar was, voelde ik me een brokje niks. Ik zat heel diep in de put. Maar toen kreeg ik een vakantiebaantje op de loonadministratie in het ziekenhuis in Roermond. En ik mocht blijven...Toen ging het beter met mij. Ik kreeg ook een leuke vriend, lieve schoonouders, een fijn appartementje. Ik speelde saxofoon in vijf bandjes. Wij waren verloofd. Alles prima, ik had een leuk leven. Op een gegeven moment ging ik met mijn vriend naar een show van stoommachines. Daar ontmoette ik een andere man. Ik kon hem niet vergeten. Ik kon er niets aan doen. Het was helemaal mijn bedoeling niet. Na een jaar zag ik hem weer. Toen wist ik zeker dat hij de juiste voor mij was. Oudejaarsavond, twintig jaar geleden ben ik in Zweden gaan wonen.

Ander leven

Ik kwam in een klein dorpje in Zweden terecht, Götene. Het dorp ligt tussen twee grote meren in en 150 km van Göteborg.

Ik werd met open armen ontvangen. Ook door de schoonfamilie. Mijn man, Tage, is veertien jaar ouder dan ik en hij had twee kinderen in de tienerleeftijd die bij hem woonden. Ik sprak de taal niet, ik was 23 jaar. De ouders van mijn man wonen naast ons en zijn broer met zijn vrouw boven ons. Ik ben meteen naar school gegaan om Zweeds te leren. Een soort inburgeren.

Nieuwe familie

Dat vond ik wel moeilijk. Ik heb me moeten aanpassen, een soort kameleon zijn. Daarnaast moest ik laten zien wie ik was. Ik moest iedere dag Zweeds eten koken voor de kinderen en mijn man en mij. Ik had nog nooit gekookt. In Zweden maken ze veel ovengerechten. Je doet alles zelf, je bakt alles zelf. Op een verjaardag maak je zeven soorten koek plus een taart. Met de kerst maak je Smörgäs bröd met minstens dertig gerechten. Ik heb me in het begin kapot gewerkt. Mijn schoonzus heeft me Zweeds leren koken. De ingrediënten verschillen niet van de Nederlandse, maar het wordt heel anders klaargemaakt. Je hebt minder soorten groenten en er wordt veel vis gegeten.

Sociaal leven

Je gaat na een tijdje je familie, vrienden en collega’s missen. Ik heb zes broers en zussen, die mis je. Een pilsje na het werk pikken, kennen ze daar niet. Je kunt niet even een frietje halen. Je gaat altijd bij mensen thuis langs. Maar die moet je dan wel kennen. Ik merk eigenlijk nu pas, dat ik er een beetje in kom. De Zweden praten over van alles, over het weer, de auto. Maar ze praten niet over zichzelf. Ze zijn introvert. Ik ben heel anders. Als ik vertelde hoe ik me voelde, keken ze ongemakkelijk en wisten niet wat ze daar op moesten zeggen. Dat was emotioneel zwaar voor mij. Dat speelde toch wel de eerste tien jaar. Ik heb nooit overwogen om terug naar Nederland te gaan. De liefde was sterker.

Huisvrouw

Mijn man werkte veel en ik zorgde voor zijn kinderen. Dat was in het begin wel moeilijk. Papa had eigenlijk geen regels en toen kwam ik. Op tijd naar bed en op geregelde tijden eten. Toen waren ze wel boos op mij...Ik moest maar terug naar Nederland gaan. Een andere reden was dat zolang ik er was, kwam hun moeder niet terug. In hun optiek. Toen ze eenmaal geaccepteerd hadden dat moeder niet terugkwam, ging het beter. Het was gezellig als er iemand thuis was als zij uit school kwamen. Altijd warm eten en de was gedaan. Samen hebben we een dochter gekregen, Suzy, ze is nu dertien jaar. Zij spreekt ook Nederlands, dat vind ik belangrijk. De oudste twee zijn de deur uit en we hebben inmiddels vier kleinkinderen.

Werk

Ik sprak binnen vier maanden Zweeds. Ik ben in een dagopvang voor kinderen gaan werken, daarna bij ouderen en ik heb ook gepoetst. Toen ben ik verder gaan leren en ben in ons eigen bedrijf gaan werken, een technische werkplaats en een museum voor stoommachines. Nu werk ik tien uur per week in het museum en de overige 30 uur geef ik Zweedse en Engelse les aan volwassenen. Dat ondanks dat ik stotter. Verder ben ik actief binnen de Nederlandse Stottervereniging Demosthenes. Daarvoor reis ik veel. Naar congressen en ik geef lezingen in de hele wereld. Ik zag ooit een folder van deze vereniging liggen en een half jaar later zat ik in het bestuur. Nu ben ik voorzitter in Zweden, vice-voorzitter in het Europese bestuur en ik zit ook in het internationale bestuur. Dat alles dankzij dat ik stotter. Op school zeiden ze vroeger: ‘ga jij maar geen talen leren want je komt toch nergens!’ Nou, een stotteraar die zich niet laat kennen, kan alles.

Vakantie

Ik kom twee keer per jaar in Roermond op vakantie. Mijn ouders kwamen ook geregeld naar Zweden. Nu niet meer omdat ze op leeftijd zijn. De band met mijn broers en zussen verwaterde in het begin wat maar daarna werd de band steeds beter. De keren dat je elkaar ziet, zijn heel intensief. We mailen elkaar ook vaak.

Winter

Begin november begint het te vriezen en we verwachten dan de eerste sneeuw. Iedere winter hebben we minstens een meter sneeuw. In mei begint de lente. Ik hou van echte winters. Het wordt wel min twintig graden maar daar kleed je je op. Ook de kinderen spelen altijd gewoon buiten. Slecht weer bestaat niet alleen slechte kleren. De natuur is prachtig. Soms zit ik aan een meer en je hoort helemaal niks. Het is er ook écht donker. Een sterrenhemel, zo mooi! Waar wij wonen., heb je in de donkerste periode vijf uur licht. In de zomer zie je de zon lager zakken en dan weer omhoog gaan. De zomers zijn kort en hevig, heel intensief. Maar dan komen de muggen...

Zweedse of Nederlandse

Hangt er van af. Ik zag een voetbalwedstrijd tussen Zweden en Nederland. Toen ik al dat oranje zag, wist ik, ik kies toch voor Nederland. Ik blijf Nederlandse, dat zijn mijn wortels.

Deel dit artikel

Lees volgende Aeve toes
Marlie en Henk Sanders, Bonaire
Lees volgende artikel
Bridgeclub Nepomuk