Roermond is een mooie herinnering (Foto: Frans Verwey)
Elly Verweij-Van Bergen (80) is een van de drie zusjes Van Bergen. Alleen Angeline is in Roermond blijven wonen, Tiny en Elly zijn geëmigreerd. Maar de sterke band tussen de zussen is altijd blijven bestaan. Elly vertelt:
Geboren en getogen
Ik ben opgegroeid op de Minderbroederssingel, vader is vroeg overleden zodat moeder met vijf kinderen achterbleef. Ik ging naar de lagere school in Roermond en daarna naar de MULO. Moeder wilde dat de meisjes daarna ook nog naar de Huishoudschool gingen. Ik had een onbezorgde jeugd ondanks dat vader er niet meer was. Moeder was een sterke vrouw. Met mijn twee zusjes is er altijd een sterke band blijven bestaan.
Amsterdam
Na school ben ik in Amsterdam een opleiding gaan volgen voor doktersassistente. Ik zocht een bijbaantje om wat geld te verdienen en reageerde op een advertentie van de familie Brenninckmeijer (die van C&A). Zij zochten iemand die ’s avonds wilde koken voor hun. Ik werd aangenomen en mocht ook gewoon mee eten. Daar leerde ik mijn toekomstige man Frans Verwey kennen via een zoon van de familie. Het waren vrienden van elkaar. Ik was lid van de carnavalsvereniging, de Limburgia club. Ik vroeg of Frans mee wilde naar een carnavalsavond van de club. Hij wilde wel mee!
Canada
Het klikte heel erg goed tussen Frans en mij. Maar hij had al vergevorderde plannen om naar Canada te emigreren. Ik wist het nog niet zeker of ik dat ook wel wilde. Maar de liefde was heel sterk en ik ben hem al snel achterna gegaan naar Toronto. In oktober 1955 zijn Frans en ik getrouwd in Canada. Hij had werk als automonteur in een garage. Hij is een harde werker en een goede vakman en zijn plan was om zelf een garage te beginnen.
Gezin
Dat heeft hij dan ook waar gemaakt. Wij zijn in Ajax in Ontario gaan wonen. Daar zijn we een garagebedrijf begonnen. Frans heeft altijd met hart en ziel in het bedrijf gewerkt. Wij kregen al snel een, twee, drie, vier, vijf zes kinderen! Van de derde werd mijn zus Angeline peettante en zij is ons toen ook voor het eerst komen bezoeken en bleef drie maanden. Heel fijn. Frans werkte altijd tot laat in de avond. Hij kwam om half elf thuis en dan moest er nog gegeten worden. Maar Angeline en ik hadden dan alvast het nagerecht opgegeten omdat we honger hadden.
Vrienden
Wij hebben veel Nederlandse vrienden en zijn ook lid van een Nederlandse club. Frans en ik hebben een cottage aan een meer en we zijn daar vaak in de weekenden met familie en vrienden. Wij hebben ons nu ingeschreven voor een pent-house omdat ons huis echt te groot is geworden. Maar het moet wel nog gebouwd worden. Over drie jaar is het klaar. Ik kom geregeld in een bejaardentehuis voor Nederlandse mensen en ze kijken graag naar foto’s van vroeger uit het vaderland. Een keer per jaar is er een grote ontvangst op het consulaat voor alle Nederlanders. Dat is altijd leuk.
Vakantie
Onze oudste zoon is overleden. De andere twee zoons en drie dochters zijn allemaal getrouwd. Wij hebben inmiddels 20 kleinkinderen. Alle kinderen en kleinkinderen waren onlangs een week in Roermond. Wij logeerden in twee huizen in Asenray. Van daar uit maakten we iedere dag uitstapjes. Bijvoorbeeld naar De Efteling, naar de Floriade en naar het Drie-landen-punt. Dat vonden de kinderen helemaal geweldig om in drie landen te zijn. Onze kinderen spreken nog een beetje Nederlands. Het is ons niet helemaal gelukt om dat bij te houden.
Tradities
Wij vieren altijd Sinterklaas. De kinderen mogen hun schoen zetten. Dat hebben we er in gehouden. Ze houden van stroopwafels en van poffertjes. Ik heb ook altijd Hollandse stamppotten gekookt. Ik hou erg van balkenbrei maar dat kennen ze daar niet. Wij zijn een heel hecht gezin.
Heimwee
Ik zeg altijd tegen Frans: als ik geen kinderen had, zou ik terug komen naar Nederland. Maar mijn hele gezin met aanhang en kleinkinderen woont daar. Dus het is geen optie om terug te komen. Op het Munsterplein kreeg ik de tranen in mijn ogen, het is zo mooi en vertrouwd. Frans snapt daar niets van. Nou ja, mannen…Roermond is wel veranderd in de loop der jaren en toch is het mijn stad gebleven. Mijn zus woont hier natuurlijk, dus dat trekt. Als er niemand meer zou wonen, zou ik niet meer zo snel terug komen. Mijn man Frans doet zijn best om een van de kleinkinderen te koppelen aan een Nederlandse vrouw of man om toch dat lijntje met Nederland te houden. Wie weet?