Henk van Breukelen heeft 36 jaar in Brussel gewoond. Hij is geboren in Roermond en nu woont hij op een kattensprong van Roermond, in Maaseik.
Henk vertelt:
Ik ben 64 jaar geleden geboren in de Pieter Cuyperstraat in Roermond. Mijn vader was de enige arbeider in de buurt, verder woonden er veel notabelen. Mijn vader werkte bij de pijpenfabriek van Gubbels. Bij ons in de straat lag toen het Protestante ziekenhuis. Vanwege haar slechte gezondheid (ik werd in 1944 geboren) kon mijn moeder mij niet voeden. Op dezelfde dag hebben ze mij aan de borst van een andere vrouw gelegd. Jammer genoeg weet ik niet wie dat is geweest. Deze gegevens heb ik uit het dagboek van mijn moeder. Zij is daarmee begonnen voor mijn geboorte. Ze wist blijkbaar dat ik een jongen was want er staat boven: ‘Lieve Henkie’. Ons gezin is een van de weinige gezinnen die niet geëvacueerd zijn. Mijn vader is ondergedoken in ons huis.
Dagboek
Ik heb het dagboek van mijn moeder pas gelezen toen ik 58 jaar was. Eerder kon ik het niet. Mijn twee zussen hebben het eerder gelezen. Het dagboek gaat over mijn eerste levensjaar. Mijn moeder is altijd dankbaar geweest aan twee boeren die iedere dag melk kwamen brengen voor de baby’s in de stad. Er waren 24 families in de stad gebleven en dus niet naar Friesland vertrokken. Over die tijd heeft mijn moeder alles opgeschreven.
En verder
Ik heb tot mijn 22e jaar thuis gewoond. Ik begon te werken met 14 jaar en 8 maanden bij de firma Tummers leerling elektricien. Ongeveer in dezelfde tijd werd ik benaderd door de heer Wester, eigenaar van bioscoop De Harmonie om film af te spelen. Ik kreeg Fl 2,50 per avond om te kijken hoe alles in zijn werk ging. Ik wilde wel graag wat bijverdienen. Na een maand of vier mocht ik voor het eerst zelfstandig draaien. Alles ging goed! Zo ben ik begonnen als vijftien jarige om films te draaien voor boven de achttien jaar! Dat bleef jarenlang mijn bijbaantje. Ik ging intussen werken bij Philips in Eindhoven. Toen ik 24 jaar was heb ik van het filmwerk mijn beroep gemaakt en ben in Heerlen gaan wonen om in de Royal bioscoop daar te werken, De grootste bioscoop waar ik gewerkt heb, had 1700 plaatsen, nu onvoorstelbaar. Ik heb wereldpremières gedaan in Aken, bijvoorbeeld een film van Heintje.
Ongelukkige liefde
Toen ik 26 jaar was kreeg ik een ongelukkige liefde en heb alles opgegeven. Mijn werk, mijn thuis en ben met helemaal niets van de ene op de andere dag naar Brussel vertrokken. Dat was op 3 januari 1971. Ik had wat geld van mijn moeder geleend. Ik kwam aan in Brussel en had geen werk en geen huis. Na twee dagen in Brussel, woonde ik bij een nicht in de kost en heb ik een automatenhandel gebeld van een Rotterdammer in Brussel. Ik had al een reputatie opgebouwd als reparateur van deze apparaten en ik kon onmiddellijk beginnen met werken. Toen ging ik ontiegelijk veel geld verdienen. Drie maanden later had ik mijn eerste tweede hans Mercedes. Ik reed als een koning door Brussel.
Liefde
Na ongeveer een jaar heb ik mijn vrouw leren kennen. Een Brusselse van 18 jaar. We zijn in 1972 getrouwd, het was een goed huwelijk. Zij sprak Frans en Nederlands maar ook Duits en Engels. Ik leerde Frans door de Donald Duck te lezen met hulp van mijn vrouw. Mijn vrouw en ik hebben een lijdensweg meegemaakt omdat zij geen nieren meer had en aan de dialyse moest. Drie jaar geleden is zij overleden.
Werk
Ik ben in staatsdienst gegaan en heb vijf jaar bij het openbaar vervoer gewerkt als chef-elektricien van gebouwen. Ik kon daar toch mijn draai niet vinden omdat ik geen echte ambtenaar ben. Toen ben ik gaan werken bij een bedrijf dat fotokopieermachines verkocht en repareerde. Daar bleef ik vier jaar tot ik een eigen bedrijf oprichtte in fotokopieermachines en alle bureaubenodigdheden. Ik had een groothandel dus alles ging op bestelling. Mijn klanten waren bijvoorbeeld de Europese gemeenschap, Het Parlement, de NATO. Mijn bedrijf is uitgegroeid tot een NV.
Brussel
Brussel heb ik als een geweldige stad ervaren. Een bruisende stad, alhoewel nu minder bruisend dan in de jaren zeventig. Ik woonde aan de rand van het centrum maar Brussel is heel uitgebreid. In Brussel doe je alles met de auto, nooit met de fiets of te voet. Ik rij en parkeer liever in Brussel dan in Roermond. Ik vind het parkeerbeleid in Roermond een regelrechte ramp.
Stop
Met 56 jaar ben ik opgehouden met werken. Ik was opgebrand. Mijn hobby was en is nog steeds het opknappen van oude auto’s. Toen ik 53 jaar was, heb ik mijn eerste Amerikaanse auto gekocht, een Caddilac cabrio uit 1965, vuurrood met een witte lederen bekleding. Ik rij er regelmatig in en heel veel paartjes die gaan trouwen ook. Ik heb daarnaast nog een Belgische ministerauto gekocht. Ik ben hem nog steeds aan het restaureren. Ik heb ook nog het geluk gehad om een auto te kopen die waarschijnlijk eigendom is geweest van Koningin Juliana.
Roermond
In de tijd dat ik Brussel heb gewoond, moest ik toch wel elke zes weken een keer de lucht van Roermond opsnuiven! Mijn twee zusjes wonen hier en als zij niet thuis waren, ging ik op een bankje op het Munsterplein zitten. Een uur of twee. Na de dood van mijn vrouw ben ik in Maaseik gaan wonen om toch wat dichter bij mijn roots te zijn. België heeft nog dat gemoedelijke, dat gemakkelijke, dat gezellige dat vind ik prettig. Maar ik kan toch niet zonder Roermond. Tegenwoordig kom ik zelfs bijna iedere week naar Roermond maar dat heeft een speciale reden. Ik ben vertrokken uit Roermond vanwege een ongelukkige liefde en kom weer heel geregeld terug in Roermond vanwege mijn Roermondse vriendin, mijn nieuwe liefde!