Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Jordi Simons, Noorwegen
Door
Mar-Li Wingens
29 juli, 2008

Jordi Somers (34) woont en werkt in Noorwegen. Hij is getrouwd met de Noorse Froedys en samen hebben ze drie kinderen. Maar zijn échte ’ thoes’ blijft toch Roermond!

Jordi vertelt:

Ik ben in Noorwegen terecht gekomen omdat mijn vrouw Noorse is. Ik heb haar op het cruiseschip leren kennen waar we allebei werkten.

Ik ben geboren in Herten en opgegroeid op verschillende plekken in Roermond, op de Donderberg, op de Kruisbroedersweg en ook hier op school gegaan.

Op mijn zeventiende ben ik al uit Roermond vertrokken. Ik ben toen in het leger gegaan, bij de Mariniers. Dat was een zware opleiding In de vakanties ben ik altijd teruggekomen naar Roermond. Ik heb in Rotterdam gewoond en op Aruba gedurende een jaar. Op Aruba was ik om één uur ’s middags klaar met werken. Dan naar het strand. Een luizenbaan. Na drie jaar ben ik uit het leger gegaan en heb weer ongeveer een jaar in Roermond gewoond. Toen ben ik op een cruiseschip gaan werken in de horeca. Wij voeren over alle wereldzeeën. Ik ben begonnen als kelner in een van de restaurants op het schip. Op het eind van mijn carriére op het schip was ik assistent maitre. Dat is eigenlijk assistent van degene die verantwoordelijk is voor al het eten en drinken aan boord. Het is keihard werken. Zeven dagen per week, twaalf uur per dag. Soms had ik een uurtje vrij en dan ging ik even naar een strand of de stad in. Zo zie je toch wel iets van veel landen. Je maakt ook veel mee. Een reis duurde vier maanden. Je kunt het geld dat je verdient niet uitgeven. Aan boord heb je geen eigen kleding nodig, Je hoeft je eten en drinken niet te betalen en je woont voor niks, daarbij heb je heel weinig vrije tijd. Je kunt dus sparen! Het is eigenlijk niet mogelijk om een sociaal leven op te bouwen. Als je dan een maand of zes weken vakantie hebt, wil je helemaal niks doen. Dit werk heb ik ook drie jaar gedaan.

De liefde

Op het schip heb ik mijn vriendin Froedys leren kennen. Ze werd zwanger. Van een tweeling! Toen werden de plannen omgegooid. Eigenlijk was ik heel carriére gericht bezig. We hadden de keus: óf zij alleen terug naar Noorwegen en ik zou dan door blijven werken op het schip, óf samen naar Nederland óf samen naar Noorwegen. Wij beslisten om samen een paar maanden naar Noorwegen te gaan en een beetje vakantie te houden, wat rond te kijken. Die paar maanden zijn inmiddels acht jaar geworden. De tweeling, twee meisjes zijn nu zeven jaar, Vida en Luca en we hebben een zoontje van vier jaar, Milan. We hebben bewust voor internationale namen gekozen.

Communicatie

Froedys en ik praten vanaf het begin Engels met elkaar. Toen ik Noors leerde praten werd dat hoofdzakelijk Noors. Voor mijn vrouw is het toch prettiger om zich uit te drukken in haar eigen taal. Mij maakt het niet meer uit, ik spreek nu vloeiend Noors. In mijn eerste baan in Noorwegen werd alleen Engels gesproken, dus ik leerde ook geen Noors. In mijn tweede baan werd alleen Noors gesproken en ik leerde de taal behoorlijk snel. Dat was een hotel met veel oudere gasten die alleen Noors spraken. De kinderen praten en verstaan ook Nederlands en Roermonds. Ze zijn vaak hier bij mijn familie en ze hebben een goede band met Roermond. Mijn vrouw begrijpt wel veel maar ze spreekt het (nog) niet.

Wonen

Wij wonen in een klein stadje met ongeveer 25.000 inwoners, Gjoevik, genaamd, ongeveer anderhalf uur ten noorden van Oslo. Mijn vriendin is daar geboren en al haar familie en vrienden wonen daar. Dat is de reden waarom wij voor dit stadje gekozen hebben. Wij wonen op het platte land, net buiten de stad in een typisch Noors rood houten huis. Wel ruim met een hele grote tuin. Vijftig meter verder ligt een meertje waar we zwemmen en schaatsen en vissen. Tien meter achter onze tuin ligt de langste verlichte langlaufbaan van Noorwegen. We wonen ook zo ongeveer naast een golfbaan.

Wennen

In het begin is alles spannend. Twee meter sneeuw in de winter. Maar ik ging toch kleine dingen missen. Het klimaat is anders. Het is lang donker, de winters duren lang, van oktober tot mei sneeuw! Lange periodes waarin de sneeuw ‘pratsch’ is. Dat was wel aanpassen geblazen. Er kan ’s nachts wel eens een meter sneeuw vallen en dan ben ik twee of drie uur sneeuw aan het schuiven. Ook het sociale leven is wat minder dan ik gewend ben. Het is meer familiegericht. Je gaat naar familie op bezoek en je doet dingen samen met je familie. De familie van Froedys heeft een boerderij met dieren en ook landbouw. Je gaat niet even in je joggingpak naar de buren een biertje drinken. Alles gaat op afspraak. Ze zijn wel heel vriendelijk maar meer afstandelijk. Alles moet gepland worden want eerst moet de vloer nog geboend worden en de cake moet gebakken worden. Ik heb het nu heel druk met mijn werk en gezin en dan blijft er weinig tijd over voor sociale contacten.

Vrije tijd

Wij doen met het hele gezin aan langlaufen. Gezellig een middagje er uit, Knakworsten mee, vuurtje maken. De omgeving waar wij wonen is niet ruig. Heuvels en bossen, meren. Heel groen in de zomer. In het westen liggen de fjorden, heel ruig en in het noorden de toendra’s en vlakten. Waar je soms 500 km geen boom tegenkomt.

Ik werk in het toerisme voor een groothandel in reizen. Noorwegen is steeds meer een gewild land voor toeristen geworden. De hotels zitten vaak vol. Mensen willen mooie natuur, rust, niet meer hutje mudje zitten. Daarbij kun je de zomers vergelijken met hier, twintig jaar geleden. Het is een vergissing om te denken dat het altijd koud is in Noorwegen. Daarbij schijnt de zon in de zomer heel lang. De zon gaat eigenlijk maar een paar uurtjes onder. Helemaal donker wordt het niet. Dus een mooie zomerse dag duurt heel lang.

Vrienden

Mijn beste vriend in Noorwegen heb ik aan boord leren kennen. Het is een Belg uit Hasselt. We deelden een hut en maakten plannen om naar Las Vegas te gaan werken. Op een gegeven moment vertelt hij dat hij een Noorse vriendin heeft en in Noorwegen gaat wonen. Ik zei: ‘Wat moet je dáár nou?’ Ik verklaarde hem eigenlijk voor gek. Een half jaar later belde ik hem met het verhaal dat ik er ook aan kwam. Hij woont in Oslo en heeft zijn eigen restaurant. Ik heb wel meer vrienden daar maar niet op hetzelfde niveau als met mijn Roermondse vrienden. Ik heb een hele hechte vriendengroep in Roermond van vroeger uit. Het zijn wel 15 tot 20 man. We komen veel bij elkaar. De één is miljonair en de ander is bij wijze van spreken werkeloos. Dat doet er niet toe. We kennen elkaar door en door. We gaan samen op stap en een keer per jaar hebben we een uitje. Dan huren we een grote boot voor een dag of drie, vier bijvoorbeeld naar de Waddeneilanden. Ze komen ook vaak naar Noorwegen. Ik ben er trots op om Roermondenaar te zijn. Ik heb altijd veel gereisd maar Roermond is altijd mijn thuis gebleven. Als ik de kerktoren van Roermond niet zie, kan ik niet gelukkig zijn. Daarom heb ik een schilderij van de kerktoren op mijn kantoor hangen, zodat ik daar iedere dag naar kan kijken.

De toekomst

Tja, ik weet het niet. Ik laat het op me af komen. Ik heb altijd gezegd dat ik terug wil naar Roermond. Daar ben ik eigenlijk altijd mee bezig. Altijd uitkijken naar een geschikte baan of de mogelijkheid om voor mezelf te beginnen. Eigenlijk ben ik al samen met mijn broer voor mezelf begonnen. We hebben samen een reisorganisatie, we bieden reizen aan via fitnesscentra naar bijvoorbeeld een kuuroord. Van de andere kant wil ik niet alles opgeven in Noorwegen. Ik wil niet terug komen en voor het niets staan. We hebben het nu goed. Mijn vrouw staat in principe achter mij. Ik ben wel vier of vijf keer per jaar hier voor mijn werk. Vaak neem ik de kinderen mee en zij logeren dan bij opa en oma. Mijn vrouw is een of twee keer per jaar in Roermond. Omdat ik best jong kinderen heb gekregen, ben ik nog jong als de kinderen het huis uit gaan. Ik denk dat de kans heel groot is dat ik dan terug kom. Maar misschien beslis ik dan ook wel dat ik na drie, vier jaar weer ergens anders ga wonen. Ik wil altijd verder...

Deel dit artikel

Lees volgende Aeve toes
Juliette van Emmerik, Australië