Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Martin de Boer, Sri Lanka
Door
Mar-Li Wingens
5 februari, 2008

Martin de Boer (36) is sinds ongeveer vijf jaar werkzaam voor het Internationale Comité van het Rode Kruis. Daarvoor werkte hij in Nepal. Hij woonde in oorlogsgebieden in diverse landen. Op dit moment woont en werkt hij in Sri Lanka. Hij was ‘aeve thoes’ bij zijn ouders in Roermond.

Martin aan het woord:

Ik werk in Sri Lanka voor het Rode Kruis als manager van een kantoor in Sri Lanka. Het Internationale Comité van het Rode Kruis opereert in landen over de hele wereld die een in een oorlog verwikkeld zijn. Wij beschermen en helpen slachtoffers van die oorlogen. Wij bemoeien ons nooit met politiek. In Sri Lanka heerst een burgeroorlog en Het Rode Kruis probeert de burgerbevolking zoveel mogelijk te beschermen. Er zijn mensen die in de gevangenis belanden. Deze mensen zoeken we op en bekijken of de condities goed genoeg zijn. Mensen verdwijnen! Dat kan zijn door de Tamil Tijgers of andere militante groeperingen of door de overheid. Familie vraagt hulp aan ons bij het zoeken naar deze vermiste personen. Wij, als Rode kruis, zoeken dan de partijen op waarvan wij denken dat ze verantwoordelijk zijn. Wij proberen te onderhandelen. Als de vermisten onder de achttien jaar zijn, vragen we of ze vrijgelaten worden. Mensen boven de achttien moeten op z’n minst contact mogen hebben met familie. Daarnaast moeten de condities goed zijn, dus geen martelingen en genoeg eten en medische verzorging. Soms gaat een groepering daar op in en soms niet. Een andere taak van ons is het helpen van vluchtelingen. In Sri Lanka heerst al minstens 20 jaar een burgeroorlog, Het afgelopen jaar hadden we veel interne vluchtelingen, 160.000 mensen die helemaal niets hebben. Er moeten tentenkampen gebouwd worden, water aangelegd, de voedselvoorziening moet op gang komen.

Het begin

Ik ben tien jaar geleden in Nepal begonnen in de bosbouw en ik heb als tolk gewerkt. Daarna door het Rode Kruis naar de Gaza uitgezonden. Toen naar Afganistan en nu dus naar Sri Lanka. Altijd in oorlogsgebieden. Ik heb ruim vijf jaar in Nepal gewoond voordat ik bij het Rode Kruis ging werken. Ik ben daar begonnen bij een engelse organisatie V.S.O. Zij sturen vrijwilligers naar derde wereld landen om in een bepaald vakgebied expertise te geven. Ik heb bosbouw gestudeerd, dus ik werd uitgezonden om als adviseur in de bosbouw te werken. Dat heb ik twee en een half jaar gedaan en toen heb ik een jaar voor DFID gewerkt, ook een engelse organisatie voor ontwikkelingssamenwerking. Toen ben ik als tolk gaan werken voor het Rode Kruis in Nepal gedurende ongeveer twee jaar.

Een keuze

Kijk, ik heb natuurlijk tropische bosbouw gestudeerd. Dus het zat er dik in dat ik in een tropisch land zou gaan werken en wonen. Mijn ouders hebben allebei gevaren, de hele wereld rond. Ik ben opgegroeid met het idee dat er nog veel meer is dan Nederland alleen. Toen ik 16 jaar was, ben ik een jaar naar Amerika gegaan. In een Amerikaans gezin en daar ook naar school. Een mooie ervaring en ik weet dus nu dat ik niet in Amerika zou willen wonen. Mijn ouders woonden toen in Neer en nu in Roermond. Ze zijn niet van hier en ik ben in Zwolle geboren. Maar ik heb hier vanaf klein kind gewoond en ik voel me ook ‘eine Limburger’. In mijn derde studiejaar moesten we praktijkervaring opdoen. Dat heb ik gedaan in Brits Guyana, net ten noorden van Brazilië, naast Suriname. Dat is goed bevallen. Het afstuderen heb ik gedaan in Ruandese vluchtelingenkampen in Tanzania, dat was een jaar na de genocide in Ruanda. Die ervaring boeide mij heel erg. Toen wilde ik eigenlijk al voor een noodhulporganisatie werken. Maar een bosbouwer werd niet gezocht. Toen kwam Nepal op mijn pad. En eindelijk na drie en een half jaar kon ik voor het Internationale Comité van het Rode Kruis gaan werken.

Gaza Strook

Ik ben als gedelegeerde van het Rode Kruis in Gaza geplaatst. Dat was zwaar. Het was net voordat de Israëlische kolonisten moesten vertrekken van Sharon. De beveiliging was te duur. Voor iedere kolonist waren drie soldaten nodig voor de beveiliging. En ook als ‘ruil’ om door te gaan met het bouwen van de muur rondom de Westelijke Jordaan Oever. Om te bewijzen dat het geen gedwongen beslissing was door de Palestijnen zijn de Israëliërs daar flink tekeer gegaan. Ik heb nooit gedacht, dit is té, ik ga naar huis. Ik blijf toch een buitenstaander. Het heeft veel minder effect op mij dan op de lokale bevolking. Als je hulp kunt bieden, geeft dat de kracht om door te gaan. Ik ga ook geregeld een weekend of langer weg. Om alles te laten bezinken en weer op te laden.

Wonen en werken

In Nepal woonde ik op een paar kamers bij een familie in een dorp. Er was bijvoorbeeld wel elektriciteit, maar niet altijd. Koud water, geen warm water natuurlijk en niet geschikt om te drinken. In het volgende dorp, een uur rijden, woonde nog een Nederlander. Met hem had ik toevallig samen gestudeerd, dus we kenden elkaar al. In het tweede jaar leerde ik een Amerikaan kennen. Ik was ook met sommige dorpelingen bevriend. Dat speelt wel op een ander niveau. Mensen hebben andere ervaringen. Heel veel dingen die wij ‘normaal’ vinden, moet je uitleggen. Op een geven moment hadden vrienden van mij een film gezien op tv. Een onderwater film, over duiken in zee met zuurstof. Dat vond men heel bijzonder en ze vroegen zich af hoe de zuurstof in een fles terecht kwam enz. Meestal keken ze naar Bollywoodfilms. Op een gegeven moment hadden ze een westerse film gezien, uitgerekend Juressic Park. Zij geloofden echt dat de préhistorische dieren ergens woonden. Waar dan? Dan moest ik alles uitleggen. Dus je spreekt dan van een ander niveau, maar ontzettend aardige, leuke mensen.

Toen ik voor het Rode Kruis ging werken heb ik een jaar in de hoofdstad van Nepal, Katmandu, gewoond. Daarna een jaar in het zuidwesten in een stad. Daar had ik een huis, gemeubileerd, eigenlijk heel gewoon.

Op zeker moment wilde ik verder en heb overplaatsing gevraagd. Toen ben ik naar Gaza gestuurd.

Ellende

Ik heb veel ellende gezien. De kampen zijn echt verschrikkelijk maar toch, in alle kampen waar ik geweest ben, zie je hoe sterk mensen zijn. Hoe ze kunnen overleven. Ze maken er toch weer iets van. Hoeveel plezier ze, ondanks alles, toch nog kunnen hebben. Kinderen spelen overal. dat is dan weer mooi om te zien. Ook wat het Rode Kruis voor deze mensen kan betekenen. Dat geeft een goed gevoel.

In Sri Lanka woon ik in het oosten van het land in een kleine stad, een soort Roermond! Tamelijk vlak met veel water, alleen een ander, lekker, klimaat. In de winter 25 graden. Op dit moment is het vrij rustig wat de oorlog betreft. De lokale bevolking is wel bang om bijvoorbeeld gekidnapt te worden. Na zes uur kom je op straat niemand meer tegen.

Werkzaamheden nu

Mijn kantoor ontplooit verschillende activiteiten. Ik ben dagelijks bezig met de veiligheid. Dus controleren of er ergens incidenten zijn geweest, of de wegen veilig zijn of er geen mijnen liggen. Dit heeft alles te maken met informatie vergaren van alle partijen en van de bevolking. Mobiele telefoons zijn bijvoorbeeld een half jaar afgesloten geweest omdat de Tamil Tijgers deze ook goed kunnen gebruiken. We gebruiken walkie-talkies. Om deze te krijgen zijn weer veel vergunningen nodig omdat ze afluister gevoelig zijn. De overheid maakt ook gebruik van radio’s en walkie-talkies! Wij kregen gelukkig de vergunningen. In dit land hebben ze de stap van gewone telefoon naar mobiele telefoon overgeslagen. Valt de mobiele weg, is er meteen helemaal geen telefoonverbinding meer.

Plannen

Ik ga nu terug naar Sri Lanka voor een paar maanden en dan is deze missie afgelopen. Iemand anders neemt mijn taken dan over. Ik vertrek naar het noorden van Sri Lanka. De oorlog is verschoven naar het noorden. Daar is nu hulp nodig. Als deze missie is afgelopen heb ik het plan opgevat om er een jaar tussen uit te gaan en te gaan studeren. Een studie in Londen, hoe ontwikkelingen en conflicten elkaar beïnvloeden.

Ik zou wel in Colombia willen werken maar dan moet ik eerst Spaans leren. Ik zou heel graag terug naar Afganistan willen. Een machtig interessant land. Ook daar weer hoe mensen zich redden in zo’n moeilijke situatie. Nepal blijft voor mij bijzonder omdat ik daar zo lang gewoond heb.

Toekomst

Voor een relatie is mijn leven op dit moment eigenlijk minder geschikt. Als ik ooit een gezin sticht, zie ik mezelf ergens in Europa wonen. Er zijn mensen die binnen het Rode Kruis een partner gevonden hebben. Toevallig ga ik aanstaande zaterdag naar een trouwerij van twee mensen die samen gewerkt hebben. Zij gaan de volgende missie samen werken. Dus er zijn wel kansen op een relatie....

Deel dit artikel

Lees volgende Aeve toes
Jo Theunissen, Australië