Jo Theunissen (64) woont vanaf zijn negende jaar in Perth (Australië). Hij spreekt ‘Neels’ alsof hij nooit is weggeweest.
Jo vertelt:
Ik ben in Maasniel geboren. In 1953 is ons gezin naar Australië geëmigreerd, mijn vader, moeder en twee zoons, Sjra (nu Gerry) en ik Jo (nu John) en twee dochters, Marianne en Henny. In Australië is er nog een zusje, Lilian, bijgekomen. Ik spreek nog dialect. Mijn zus Henny spreekt ook goed plat. Zij is op een gegeven moment terug gekomen en hier getrouwd. Inmiddels is ze gescheiden en weer terug naar Australië gekomen. Zij heeft hier ongeveer 20 jaar gewoond maar Australië bleef trekken.
Ik zelf ben pas na 27 jaar de eerste keer terug gekomen. Wat mij bindt met Nederland is dat ik hier geboren ben. Dat kan ik niet vergeten. Wij hebben op het Broekhin gewoond en daarna in 1948 tot 1953 aan de Beukenlaan in Maasniel. Toen waren dat nieuwe huizen.
Mijn ouders zijn geëmigreerd omdat ze dachten daar een beter leven voor zichzelf en de kinderen te kunnen opbouwen. Ik was een kind en had nog nooit van Australië gehoord! Pap zei op een gegeven moment tegen mij:’Wij gaan naar Australië toe’. Ik kan het me nog heel goed herinneren. Ik ging naar meester Evers van de Laurentiusschool en ik vertelde dat we gingen emigreren. Hij keek me aan en zei: ‘Ben je gek, jong?’
Het heeft een enorme impact op onze familie gehad, op mam en pap, dat zie ik nu ik ouder ben. We hebben het in het begin heel moeilijk gehad in Australië. Mijn vader had gelukkig een vak, hij was loodgieter. Hij vond al snel een baantje. We hebben wel de eerste zeven maanden in een kamp moeten wonen. Wij kinderen voelden dat niet als erg. Mam en pap wel. Niemand sprak engels. De kinderen gingen naar school in dat kamp en daar zaten kinderen uit alle landen. De meester sprak engels dus ik zat daar een beetje te koekeloeren. Mam en pap wilden dat we thuis ook engels spraken. Op die manier leerden zij en wij sneller de taal. Het nadeel is dat mijn broers en zussen geen Nederlands meer spreken. Toen dachten wij ook dat we nooit meer terug in Nederland zouden komen. Dat was toen zo. Het was veel te ver en te duur. Ik kan me het afscheid in Nederland van mijn oma nog heel goed voor de geest halen. Oma dacht dat ze ons allemaal nooit meer zou zien. Ik als kind dacht alleen maar aan het grote avontuur. Met de trein naar Amsterdam en daarna op de boot. Heel veel later in mijn leven dacht ik daaraan pas terug. Het was toch niet niks, vooral voor mam en pap. Ze zijn inmiddels overleden. Mijn vader vroeg me eens of ze er goed aan hadden gedaan. Ik zei: ‘Pap we zijn allemaal goed terecht gekomen. Ik ben met een Australische vrouw getrouwd, ik heb goede kinderen en een goede zaak. Ik heb nooit iets te klagen gehad. Ik kan ook niet zeggen of ik een beter leven in Nederland zou hebben gehad. Dat weet niemand. Tegenwoordig kom ik heel geregeld naar Nederland. Het kan gewoon niet beter!’ Mijn vader was heel opgelucht om dat te horen. Zij zelf zijn zich redelijk thuis gaan voelen maar niet helemaal... Ze zijn enkele keren terug geweest in Nederland voor vakantie. Ik voel me Australiër maar een paar procentjes blijf ik altijd ‘Neelder’. Dat komt, denk ik, omdat we de laatste 25 jaar wel 20 keer ‘aeve trök’ zijn geweest. De eerste keer dat we met vakantie kwamen, woonde mijn zus Henny hier. Daarna heeft de familie ons altijd geweldig ontvangen. Ook mijn vrouw Nancy wordt helemaal geaccepteerd. Soms denk ik wel eens dat mijn vrouw eerder heimwee naar hier zou krijgen dan ik zelf! Wij logeren nu bij een nichtje van mij en haar man, Jos en Susanne Even. Ik zeg altijd dat we geen familie hier hebben maar vrienden. Vrienden zoek je zelf uit en familie die héb je. Wij voelen ons hier helemaal thuis. Ik zeg niet dat we hier terug zullen komen om te wonen. Mijn kinderen, mijn zaak, mijn leven is in Australië. Deze keer hebben we Kerst hier gevierd. Prachtig! In Perth was het met de Kerst 42 graden, tweede Kerstdag was het 44 graden. Maar we hebben daar ook gewoon kerstbomen, hetzelfde als hier.
Ik vind Roermond niet heel erg veranderd in al die jaren. Tja, de Donderberg was er in 1953 nog niet, Hoogvonderen. Er stonden geen huizen tussen Maasniel en Het Gebroek. Neel waas nog Neel. In het dorp zelf is ook niet zoveel veranderd. De Laurentiusschool is geen school meer maar het gebouw staat er nog wel.
In Perth heb ik een eigen zaak in deuren en sloten, alles voor de bouw eigenlijk. Perth heeft anderhalf miljoen inwoners. Maar de stad van het noorden tot het zuiden beslaat 120 kilometer lengte. Wij leveren in de hele stad. Wij hebben veel ruimte dus wij bouwen niet in de hoogte maar in de breedte. Wij hebben gebrek aan water dus bij ons worden de tuinen ook kleiner.
Wij hebben drie zonen Matthew, Phillip en Andrew. We hebben ook al drie kleinkinderen van Phillip.en zijn vrouw. Hij neemt volgend jaar de zaak over, dan ben ik 65 jaar. Ik vind het geweldig dat het op die manier gaat. Phillip werkt al meer dan drie jaar bij mij. Ik heb er 30 jaar hard voor gewerkt en de zaak blijft op deze manier bestaan. Mijn vrouw en ik reizen graag en veel. Dat blijven we doen. We zullen ook in de toekomst geregeld hier in Roermond te vinden zijn.