Aeve toes

Goedendag, Bonjour, Guten Tag, Bom dia, Ni Hao, Buongiorno, Buen día, Good day, Salaam, Vitaju, God dag, Strazdvoedje. In 'Aeve thoes' komen mensen aan het woord die al jaren ergens anders op deze aardbol wonen en 'aeve thoes' in Roermond zijn. Ze vertellen over hun leven in den vreemde, over hun werk, hobby's en de cultuur waar ze mee te maken hebben.
Riet Vijsma-Van Hooijdonk, Amerika
Door
Mar-Li Wingens
15 januari, 2009

Riet Vijsma-Van Hooijdonk (68) is geboren op de Heinsbergerweg in een gezin met 11 kinderen. Riet is de jongste van het stel. Ze logeert bij een zus, een andere zus woont op loopafstand en een broer woont zelfs in het ouderlijk huis.

Riet /Rita vertelt:

Voor mijn familie ben ik nog altijd Riet, in Amerika heet ik Rita. Ik ben al met achttien jaar uit Roermond weggegaan. Ik had een baan in Schiedam gevonden in een kindertehuis als groepsleidster. Ik had voor kleuterleidster geleerd. In Schiedam heb ik ook mijn man leren kennen.

Het begin

Toen ik mijn man in Schiedam in 1958 leerde kennen, was ik nog minderjarig. Mijn vader overleed en mijn broer werd mijn voogd tot mijn een en twintigste. Ik had eigenlijk geen thuis meer. Mijn stiefmoeder was geen prettig mens. Ik ben bij mijn broer in Amsterdam gaan wonen en ik werkte daar anderhalf jaar als kleuterleidster.

Mijn man is geboren in Indonesië. In 1960 konden Indische mensen met een speciaal visum gemakkelijk emigreren naar Amerika. Veel Indische mensen waren niet heel happy in Nederland. Mijn man ging in 1960 naar Amerika. Er woonde al een broer in Los Angeles. Hij had dus al een sponsor en kon meteen door naar Californië. Toen hebben we elkaar ongeveer een jaar niet gezien.

Getrouwd

We zijn getrouwd in 1961 en we waren de eersten die een diner hadden in het toen nieuw gebouwde RAI. Twee zussen uit Roermond zijn naar de bruiloft gekomen. De rest van de familie was een beetje verspreid geraakt. Dat was niet leuk want het was meteen mijn afscheid. Ik kon niet direct met mijn man mee naar Amerika omdat mijn papieren nog niet helemaal compleet waren. Een maand later was het zover dat ik kon gaan.

In Amerika

De eerste jaren waren erg moeilijk. We hadden een appartement, gemeubileerd. Mijn man had een baan. Maar ja, ik kwam daar aan, de zon! Fantastisch. Ik ging zonnebaden maar niemand had mij verteld hoe gevaarlijk de zon daar was. Ik ben toen heel erg verbrand. Ik ben vijf dager erg ziek geweest, koorts, grote blaren. Gelukkig had ik een hele fijne buurvrouw die mij wegwijs maakte. Ik sprak een heel ander Engels en we verstonden elkaar bijna niet. Daarbij was ik meteen in verwachting. Alles was nieuw voor mij.

Anders

Ik kwam van het schone Holland. Daar was het in huis bij mensen vaak niet schoon. Als ik bij de buren koffie ging drinken, moest ik eerst plaats maken op tafel om mijn kop neer te zetten. Mijn zwager en schoonzus woonden in Hollywood, dat was ver. Daar gingen we in het weekend wel eens naar toe. Ik leerde een Hongaarse arts kennen die met een Nederlandse was getrouwd. Daar kon ik Nederlands mee praten. Heerlijk voor mij. Een verschil was dat Amerikanen ‘tupperware party’s’ hielden. Er stonden dan heel veel lekkers en hapjes op tafel maar dat moest je allemaal zelf pakken. Ik heb honger geleden, ik was dat niet gewend. Op verjaardagen wordt jij getrakteerd. Niet ergens thuis maar bijvoorbeeld een lunch in een restaurant. Ze entertainen niet thuis maar buitenshuis. Ik vond het in het begin bijvoorbeeld heel erg dat artsen nooit thuis kwamen, kraamhulp kreeg je niet. Het ziekenhuis waar ik moest bevallen, was niet schoon.

Het gezin

In december 1961 werd onze dochter Saskia geboren. Twee en een half jaar later hebben we Jolanda gekregen. Daar hoopte ik op, twee meisjes die wat aan elkaar hadden! Nou, ze konden totaal niet met elkaar overweg. Ze zijn heel erg verschillend. Het verschil met andere gezinnen was, dat wij de kinderen gingen opvoeden zoals wij zelf waren opgevoed. Wij hadden regels en ik was streng. Als mijn meisjes vriendinnetjes meebrachten moesten ze eerst vragen of ze drinken uit de koelkast mochten pakken. Amerikanen pakken gewoon zonder te vragen. Dat is daar normaal.

Vrienden

We hadden en hebben heel veel Nederlandse vrienden en Indische vrienden. Dus ik hou mijn verjaardag ook op een avond bij ons thuis. Mijn man hield van koken en dat deed hij dan ook heel uitgebreid. We hebben een club in de buurt, een Hollandse club, AVIO (Alle vermaak Is Ons). Op vrijdagavond is ‘open house’ dus dan kun je zonder entree te betalen, binnen komen. Er is altijd een muziekband of karaoke en daar kun je eten. Hollandse pot of Indisch. Ook op zaterdag is er eten. Mijn man heeft ook een keer gekookt voor 60 mensen. Ik hou helemaal niet van koken. Mijn man heeft twee dagen staan koken. Moest je daarna mijn keuken zien!

Echt Amerikaans

Toen de meisjes op high school zaten, namen ze zoals iedereen een baantje. Ze moesten het geld voor hun eigen auto verdienen, en hun eigen tv in hun kamer zelf kopen. Het gevolg was wel dat we nooit meer samen aan tafel aten. Iedereen kwam op andere tijden thuis. Dan hadden ze vaak al buitenshuis gegeten. Junk food. Ik zorgde dat er altijd gezonde maaltijden in de koelkast stonden. Ze konden dan zelf iets in de magnetron warm maken. Als we bezoek uit Holland hadden, viel ze meteen op dat wij geen familieleven hadden. Ik ben er aan gewend geraakt. Mijn man werkte acht uur per dag en was ook nog vier uur onderweg van en naar huis. Hij was moe en wilde het nieuws zien op tv. Dus hij ging voor de tv zitten eten. Dus ik deed dat ook maar samen met hem.

Bezoek

Als er bezoek komt, dek ik wel de tafel. Mijn broers die in Nieuw Zeeland wonen, kwamen op bezoek. Ik had een broer 30 jaar niet gezien en de andere broer had ik 36 jaar niet gezien. De laatste keer dat onze familie helemaal compleet was, is in 1943 geweest. Daar is een foto van gemaakt. Wij hadden 11 kinderen en ik scheel wel 20 jaar met de oudste. Ik was de jongste.

Gemist

Familie heb ik altijd gemist en nog steeds. We waren altijd maar met z’n vieren. Mijn jongste dochter is nu getrouwd, de oudste niet. Maar onze vrienden zijn familie geworden. De meisjes missen ook oma’s en opa’s en nichtjes en neefjes. Vooral met de feestdagen mis je familie.

Wennen

Er zijn dingen waar je nooit aan went. Je bent vreemd daar en vreemd hier. Ik wil niet terug komen. Als ik door Roermond loop, zie ik dat alles veranderd is. De eerste keer dat ik naar Nederland kwam in 1969, kwam ik nog wel bekenden en vrienden tegen. Nu ken ik niemand meer.

Nederland en Amerika

Ik ben nooit Amerikaanse geworden, Ik ben nog steeds Nederlandse en ik voel me ook Nederlandse. Ik spreek ook nog heel goed Nederlands na zoveel jaar. Mijn man en ik spreken altijd Nederlands met elkaar. Voor mijn man lag het anders. Hij moest Amerikaan worden vanwege zijn werk. Maar hij had er ook geen moeite mee. Nederland was toch al niet zijn land.

Amerikanen zijn heel erg aardig. Ze geven altijd complimenten, ze zijn geïnteresseerd in mensen die ergens anders vandaan komen.

Veranderingen

Ik vind dat alles van het ene uiterste naar het andere uiterste veranderd is in Nederland. Moeilijk te omschrijven. In Amerika kun je tegen iedereen praten. Als ik iemand met een mooie hond zie, dan zeg ik dat tegen de eigenaar. Je krijgt een leuk gesprekje. Toen ik dat hier ook deed, kreeg ik nauwelijks een antwoord terug.

Ik ben graag in Roermond, de oude gebouwen herinneren mij aan vroeger. Mijn vader was 12 jaar wethouder in Roermond. Ik winkel graag...Ik ben voor de koningin. Mijn man en dochters zijn republikein. Ik ben katholiek opgevoed en ik ben geschrokken van de lege kerken. Ik ben geen kerkganger maar ik ben wel gelovig. Veel kerken zijn al afgebroken. Ik vind dat men respect moet hebben voor iemands geloof. Ik zag vorige keer toen ik hier was, een hondentoilet tegen de gevel van de Munsterkerk. Het altaar staat er náást. Dat vind ik respectloos.

Deel dit artikel

Lees volgende Aeve toes
Mia Beurskens-Bongers, Amerika
Lees volgende artikel
Bed & Breakfast