Stefan Peters heeft het helemaal gevonden in China. Buiten leuk werk ook de liefde.
Ik ben geboren in Roermond in het Laurentius Ziekenhuis maar ik heb altijd in Posterholt gewoond. Mijn moeder is een echte Roermondse en mijn vader zag het levenslicht in Sint Odiliënberg. Kleuterschool en basisschool in ‘Postert’ en mijn middelbare school (HAVO) op Schöndeln gedaan. Een hele mooie tijd. Maar al mijn vrienden woonden in Posterholt. Ik was denk ik wel een dorpskind maar dat heb ik zelf nooit zo willen zien. Ik had mijn activiteiten in het dorp, ik voetbalde daar bij PC 35 tot en met Jeugd A1 en daarna heb ik nog twee jaar met de senioren meegespeeld.
Studeren
Ik ging na de middelbare school studeren in Eindhoven op de Fontys Hogeschool, International Businees en Management. Ik heb daarvoor gekozen vanwege de internationale uitstraling. Op opleiding was helemaal in de Engelse taal, studieboeken en colleges. Mijn Engels was toen op een niveau dat ik dat kon doen. Ik zag het helemaal zitten om in een internationale wereld te verkeren. Ik wilde toen ook al veel van de wereld zien.
Stages
Bij mijn studie hoorden twee stages en een buitenlandse studieperiode. Een studieperiode van een half jaar. Dat zag ik wel zitten. Ik wist niet waar ik naar toe zou gaan en dat maakte mij ook niet uit. Ik heb altijd Italië leuk gevonden, de natuur, cultuur en het eten. Maar toen ik 18 jaar was had ik een flink stuk van Europa gezien en ik was op Curaçao geweest. Aan een uitwisselingsproject heb ik in Zweden mee gedaan gedurende vijf maanden. De natuur en de rust waren heel mooi. Ik was er in de winter en ik vond het heel koud. Dat was niet zo prettig. De mensen zijn heel vriendelijk en ik heb er een leuke tijd gehad. De zomer daarna ben ik stage gaan lopen in Gent. Samen met drie vrienden heb ik in een appartement gewoond. Daarna heb ik nog een jaar aan de Fontys gestudeerd. Toen moest ik nog mijn scriptie schrijven. Via mijn ook kwam ik in contact met een man die bij een bedrijf in China werkte. Mijn oom vroeg of ik geïnteresseerd was in een stage in China. Dat was ik!
China
Ik ben dus afgestudeerd op een scriptie die ik geschreven heb op een stage in China in het zuiden van China, Guang Zhou, ongeveer twee uur van Hong Kong. Het is een stad met 12 miljoen inwoners. Een prachtige stad met veel parken. Ik liep stage in een exportbedrijf. Het bedrijf is een intermediair tussen Chinese producenten en buitenlandse kopers. Het bedrijf koopt producten bij andere bedrijven en verkoopt deze aan het buitenland. Vooral naar Zwitserland en Oostenrijk. De baas was een Zwitser. Ik moest assisteren bij kwaliteitscontroles. In het begin vond ik de Chinezen een beetje raar. Beetje lachten en knikken. Ik kende de Chinese taal niet en de meesten kenden maar een beetje Engels.
Heel anders
Alles was heel anders. Ik heb altijd de gedachte gehad dat als ik me overal wilde aanpassen. Ik woonde met twee Duitse studenten samen in een appartement. De winkels zijn 24 uur per dag open. In het begin ging ik veel in Italiaanse restaurants eten. Maar na de derde dag ging ik met Chinese collega’s in een Chinees restaurant lunchen. Heel eenvoudig, we zaten op plastic stoelen en aten uit plastic bakjes. Je betaalt € 1,50 en dan heb je heerlijke groenten en vlees en rijst. Drie keer per dag is wel veel. Ik kan in Nederland wel heel erg genieten van een boterham met hagelslag of een saucijzenbroodje. In China eet ik als ontbijt wel brood, maar dat is niet zo lekker als hier. Daar hou ik wel aan vast.
De aankomst
Vanuit het vliegveld moesten we nog drie kwartier reizen met de auto naar de stad. Ik zag alleen maar uitgestrekt land met hier en daar een gebouwtje. Immens! Ineens zag ik de wolkenkrabbers verrijzen. De mensen wonen in gebouwen van 30 verdiepingen. In de stad kun je de zon bijna niet meer zien. Ik was onder de indruk maar vond het wel meteen heel mooi en spannend om daar te zijn.
Collega’s
Tijdens mijn stage kwam ik veel in contact met mijn Chinese collega’s. Samen eten en samen bowlen en voetballen. Ik kwam eigenlijk nooit bij Chinese mensen thuis. Maar ik kreeg zelfs een Chinese vriendin. Ze heette Elyse. Dat is haar westerse naam, die heeft eigenlijk iedereen wel. Haar Chinese naam is voor westerlingen moeilijk uit te spreken en te onthouden. Elyse woonde samen met twee vriendinnen en daar kwam ik wel thuis. Elyse was makelaar.
Snel, snel
Alles gaat snel in China. Ik heb te maken met heel veel mensen iedere dag. De omgang met andere mensen is heel vluchtig. Je maakt niet snel een praatje met iemand zoals hier. Het is ‘hoi’ en dan moet je allebei weer verder. Maar dat bevalt me wel dat snelle leven van de stad. Ik verplaats me met het openbaar vervoer maar alle straatnamen zijn in het Chinees. Er is een stadsbus en daar is een voice-over die in het Engels zegt waar je bent. Als het heel druk is in de bus, versta je maar de helft. Je kunt er niet op vertrouwen. De eerste maanden had ik geen flauw idee waar ik me bevond. Uiteindelijk ben ik begonnen met les geven en heb ik een fiets gekocht voor boodschappen in de buurt. Tegenwoordig maak ik gebruik van de metro. Deze is volledig tweetalig.
Na de stage.
Ik kreeg het aanbod na mijn afstuderen om projectmanager te worden bij het bedrijf in China. Ik was toen best wel trots dat ze me wilden hebben. Daarbij had ik net mijn Chinese vriendin leren kennen. Ik wilde het avontuur wel aan gaan. De baan van projectmanager viel wat tegen. Ik heb vakantie gehouden in China en wat van het land gaan bekijken. Daarna ben ik gaan solliciteren maar het lukte niet om een baan te krijgen. Ik merkte dat er veel vraag was naar leraren Engelse taal. Op alle niveau’s. Maar ik had natuurlijk geen diploma om les te kunnen geven. Ik hoorde van andere leraren dat dit niet belangrijk was. Belangrijk was dat je blank was en goed kunt omgaan met je studenten.
Op een gegeven moment moest ik een proefles bij kleuters doen. Ik deed maar wat. Dat liep dus op niets uit.
Leraar
Ik kwam in een andere stad terecht op de grens van Hongkong en China. Na de vijfde proefles op een kleuterschool zag een onderwijzeres wel potentie in mij. Maar ik zag het niet zitten om te verhuizen. Toen kreeg ik een mail van een vriend die leraar op een kleuterschool is. Ik werd aangenomen en kreeg een salaris, een kamer en drie maaltijden per dag. Ik ben er ingerold en dat heb ik zes maanden gedaan. Mijn relatie met mijn vriendin raakte uit. We hadden toch andere denkbeelden over ons leven. Zij wilde een gezin en ik wist nog niet wat ik wilde, in China blijven of niet. Ik vond het lesgeven leuk en besloot om nog een jaar in China te blijven.
Nieuwe relatie
Op een gegeven moment heb ik een meisje leren kennen en zij is nu nog steeds mijn vriendin. Zij heet Rita. Wij zijn nu anderhalf jaar samen. Zij heeft haar eigen kledingzaak online. Ik werk 25 uur per dag op school. Het bevalt me goed in China. Ik denk wel aan mijn carriére en wil in de toekomst toch in de business of management gaan doen. Mijn vriendin staat er in principe open voor om in Nederland te wonen maar ze is nog niet hier geweest. Ze heeft nog geen paspoort en de reis is duur. Ik probeer zelf een keer per jaar op vakantie te komen.
Familie
Mijn vader vind het heel ‘sjiek’ dat ik deze ervaringen op doe. Hij is blij voor mij. Mijn moeder accepteert het maar vindt het heel jammer dat ik niet in Nederland woon. Zij vindt China te ver en zou al blij zijn als ik bijvoorbeeld in Italië zou wonen. Zij hebben mij wel al een keer bezocht. Corinne en Judith, mijn zusjes, zijn ook mee geweest. Ze vonden het leuk om te zien hoe ik leefde en ook het land. Ze hebben ook Rita leren kennen.
Missen
Eigenlijk helemaal niks behalve mijn familie.