De vraag van de week

Een kleine enquête. Tien personen tussen 10 en 100 jaar geven antwoord op de vraag van de week. Een vraag levert tien interessante antwoorden op.
Welk dialectwoord is uw favoriet?
Door
Mar-Li Wingens
8 oktober, 2012

Foto: Bart van den Hout

Je ‘moerstaal’ is en blijft een interessant onderwerp van gesprek. Je kunt er vaak je diepste zielenroerselen het beste in uitdrukken. Iedereen kent wel van die woorden die lekker in de mond liggen en ook nog grappig zijn. We hielden een kleine enquête en vroegen:

Yvonne 37 jaar: Versjet (vork) en ‘Veer höbbe bloome geplókke’ vind ik een leuke zin.

Louise 63 jaar: Sjprotele (sproeten) en knuupke, een koosnaampje.

Geert 61 jaar: Sjottelsplak.

Jacqueline 69 jaar: Een Brabants dialectwoord is kluutjes voor snoepjes. Uit het dialect van Well ‘denneke’ voor een meisje en ‘den’ voor een jongen.

Jan 79 jaar: ‘Zeiksjtreen’ vind ik een mooi woord voor zanikpot.

Bart 40 jaar: Sjraveleer (iemand die niet stil kan zitten) klommeleer (onhandig iemand), sjlieps (stropdas).

Françoise 53 jaar: De lelpoep (ingebeelde ziekte), ‘de wc aaftrekke’ in plaats van doortrekken, ijskast in plaats van koelkast.

Phil 67 jaar: Snuik voor snoep. Ik ben in Nederweert geboren.

Nanny 32 jaar: Wilt geer mich det in ein töätje doon? (Wilt u dat in een zakje doen?)

Heidi 60 jaar: Vastelaovend!

Veronica 58 jaar: Koekerel (tol), sjtaekbaere (kruisbessen).

Theo 42 jaar: Veer rieje noe aan (wij rijden nu weg).

Martin 30 jaar: Foetele (vals spelen).

Tanja 43 jaar: Sjoon gereike (mooi spul).

Anny 71 jaar: Kruutje (stroop).

Lilian 79 jaar: Sjoon sjoon (mooie schoenen)

Elke 42 jaar: Muurkes (worteltjes)

Deel dit artikel
Lees volgende artikel
Depri?