Beste Fiena,
Ik heb mijn lesje weer geleerd. Van je collega’s moet je het maar hebben. Er is soms, vaak gemor onder collega’s over de baas, chef, directeur. Het blijft bij gemor want niemand doet z’n bek open. Ik heb ingezien dat ik dat ook moet doen, gewoon mijn mond houden. Ik werk nog niet zo lang bij dit bedrijf, Eerder had ik te maken met twee collega;s en gaandeweg raakten wij bevriend. Nu heb ik wel 14 collega’s op de afdeling waar ik werk. Hier liggen de verhoudingen volkomen anders. Ik ben een open boek, heb eigenlijk geen geheimen. Ook wat betreft mijn werkzaamheden. Soms leuk, soms moeilijk, uitdagend of vervelend. Af en toe ben ik het niet eens met het beleid of met beslissingen van hogerhand. Dit steek ik niet onder stoelen of banken. Mijn collega’s ook niet...behalve voor de boss. Dan slikken ze al snel hun bezwaren en klachten in. Ik ben er nu met beide voeten ingetrapt en meende de mening te vertegenwoordigen voor mijn collega’s tegenover onze chef. Zij lieten mij vallen als een baksteen met andere woorden ze trokken hun keutel in. Ik stond helemaal alleen met mijn klachten.
Ik zie nu ook in dat ik veel te openhartig ben geweest over mijn persoonlijk leven. Zij laten nooit het achterste van hun tong zien. Zo zit ik niet in elkaar. Als ik ruzie heb met mijn partner, maak ik daar geen geheim van. Zij wel. Ik zeg op welke politieke partij ik stem. Zij niet. Eigenlijk denken ze al na of ze wel een mening mogen hebben over het weer. Ze blijven afstandelijk en voorzichtig in hun uitlatingen. Dat geeft mij een gevoel alsof de Geheime Dienst over mijn schouder meekijkt. Een gevoel van onvrijheid. Alsof ik niet mag zijn wie ik ben. Tegenwoordig heb ik het gevoel alsof ik op eieren loop. Ik denk niet dat ik dit lang volhoud.
Nu ik er goed over nadenk heb ik deze situatie vroeger ook al eens meegemaakt op school. Ik trok mijn mond open tegen de leraar in de veronderstelling dat mijn klasgenoten mij zouden steunen. Ze lieten mij stikken! De lafaards.
Zelfs mijn vriendinnen betrap ik op lafheid aangaande hun mening. Als een vriendin mijn raad of mening vraagt, geef ik die. Nooit ongevraagd. Maar wel als iemand er om vraagt en dan is het soms niet wat ze willen horen. Ik zie dat andere mensen daar heel huiverig voor zijn. Bang voor ruzie? Bang om iemand pijn te doen? Ik weet het niet. Maar als ik mijn vrienden niet kan vertrouwen, dan weet ik niet wie dan wel. Ik denk als een mening of advies uit serieus meedenken gegeven wordt, zet je dat wel aan het denken.
Fierna, het lijkt alsof het merendeel der mensheid uit jaknikkers bestaat, is dat zo?
Beste N,
Ja, ja!