Beste Fiena,
Veel mensen moeten trauma’s uit hun jeugd verwerken. Dat is natuurlijk erg genoeg. Ik heb zelf drie kinderen. Mijn kinderen hebben ook trauma’s opgelopen. Dat denk ik tenminste. Ik heb er nog niets van gemerkt. Maar het kan zeker nog gebeuren dat er herinneringen boven komen die niet verwerkt zijn. Ikzelf heb een hele goede jeugd gehad. Bij ons is er eigenlijk niets vreselijks gebeurd. Dat dácht ik tenminste altijd. Deze week moest ik ineens denken aan een treurige tijd in mijn jeugd. Ik had een hond, een langharige tekkel. Een lief beest. Zij was de zachtheid zelf. Niet zoals bij dit ras hoort, ongehoorzaam en eigenwijs. Ik deed haar babykleertjes aan en reed haar rond in mijn poppenwagen. Toesch vond alles goed. Vaak zaten we samen in een grote fauteuill, ik met een boek en zij lag lekker te pitten. Niemand hoefde mij ooit aan te sporen om de hond uit te laten of eten te geven. Dat deed ik uit mezelf. Ik kreeg haar toen zij zes weken oud was en ik was toen vier jaar. Wij waren elf jaar bij elkaar. Toen gebeurde het.... Mijn vader kreeg het in zijn bolle hoofd om Toesch weg te geven. Hij vertelde dit plan wel aan mij maar ik geloofde hem niet. Wie wilde trouwens een oude hond van elf jaar hebben?
Op een dag kwam ik thuis van school en Toesch was weg! Ik was ontroostbaar. De volgende morgen begon ik op school spontaan te huilen. Daar deed ik mijn verhaal. Mijn moeder was het uiteraard niet met mijn vader eens en wilde weten waar de hond gebleven was. Mijn vader zweeg als het graf. Hij liet alleen los dat zij een fijn nieuw thuis had. Wekenlang viel ik huilend in slaap. Ik miste haar vreselijk. Mijn vader was niet te vermurwen om Toesch terug te halen. Maar het leven gaat verder en alle verdriet slijt. Na een half jaar was ik aan een leven zonder Toesch gewend.
Na ongeveer een jaar liep ik met mijn moeder over de Hamstraat. Toen nog een gewone drukke winkelstraat met trottoirs. Ik zag ineens voor mij een tekkel opduiken. Ik zag in één oogopslag: Zij wás het! Toesch herkende mij op hetzelfde moment. Ik vloog naar haar toe en samen zaten we in een innige omhelzing op de stoep. Ik heb nog nooit een hond zo blij gezien. Haar staart ging zo hard op en neer dat haar hele lijf schudde. Ik keek door mijn tranen omhoog en zag een vreemd meisje, jonger dan ik, die de riem vasthield. Zij straalde uit dat het nu haar hond was. Ik moest weer afscheid nemen. Nee, er kwam geen Lassie-achtig vervolg. Het nieuwe baasje van Toesch zag niet in dat zij bij mij hoorde en zij gaf mij de hond niet terug met een groots gebaar. Wat een treurige geschiedenis, al zeg ik het zelf.
Beste M,
Ik hoop voor u dat dit niet het topje van de ijsberg is.