Beste Fiena,
We zijn een heel gewoon gezin met drie kinderen tussen de tien en zestien jaar. Mijn vrouw heeft een leuke baan en ikzelf ook. We hebben een fijn huwelijk en we zijn allemaal gezond. Het gaat ons dus voor de wind. We hebben een leuk huis kunnen kopen en geen financiële problemen. We hebben twee auto’s en twee vakanties per jaar. Ik vind dat we veel hebben, heel veel. Dat we het zo goed hebben, daar zijn we ons heel erg van bewust. De andere kant van het verhaal is dat we ook veel kwijt kunnen raken. En daar wringt nu de schoen.
We zijn bang geworden om dat op een of andere manier kwijt te raken. Dat zou kunnen zijn door ziekte of zelfs de dood van een van ons, het kwijtraken van ons werk of een andere calamiteit. Mijn vrouw en ik maken ons nu grote zorgen. We slapen er af en toe niet van. We meten breed uit wat er niet allemaal kán gebeuren. Daarbij gaat onze fantasie heel ver, scheiding van tafel en bed, oplichting, ondergang van de hele economie, wervelstormen, uitbarstingen van vuurspuwende bergen, aardbevingen, brand, ziekte, ongevallen, criminaliteit van vreemden en zelfs van onze eigen kinderen, plotseling toegeslagen gekte, koopverslaving en andere verslavingen, vreemde fobieën, verliefdheid van een van ons. Noem het op en we draaien door.
Nu hebben we een vreemde manier ontdekt om deze rampen te voorkomen: bijgeloof!
Wij kloppen alles af, we zoeken hele weilanden af naar klavertjes van vier, we lopen nooit onder ladders door, we vermijden zwarte katten en kraaiende hanen, we raken in paniek als we water of wijn morsen. We zorgen ervoor dat vork en mes nooit gekruist liggen. Boven de voor- en achterdeur hangt knoflook. We zorgen er angstvallig voor om geen spiegel te breken. Schoenen op tafel geeft armoede, dus het zou een doodzonde zijn om een schoen op tafel te zetten. We zullen nooit nalaten om ‘proost’ te zeggen als iemand niest. We trekken nooit rare gezichten als de klok slaat. In navolging van de Chinezen hebben we in ons huis hoge drempels aan laten brengen om de boze geesten buiten en de goede geesten binnen te houden. Geregeld steken we vuurwerk af om boze geesten te laten schrikken.
Diep in ons hart weten we wel dat dit alles niet helpt om ellende te voorkomen. Maar we zijn ook niet dapper genoeg om deze rituelen niet na te komen. Onze kinderen zijn ook al helemaal geobsedeerd. Het is eigenlijk een heel gedoe. Mensen beginnen ons vreemd aan te kijken als we bijvoorbeeld met z’n allen ‘peer’ roepen omdat twee leden van het gezin op hetzelfde moment hetzelfde woord zeiden. Er komen ook steeds meer rituelen bij. Wij moeten van dit bijgeloof af, maar hoe?
Beste mijnheer H.
Tip 1: Spreek samen een dag af dat jullie alle rituelen met voeten treden en kijk wat er gebeurt.
Tip 2: Vang alle geluk van de wereld in een doosje en sluit dit goed af. Bewaar het in een kluis.
Tip 3: Bedenk één heel speciaal ritueel dat u één keer per jaar herhaalt en dat alle andere rituelen overbodig maakt.
Nog veel geluk,
Fiena