Help! Ik wil niet op mijn familie lijken. Ik heb een familie van louter vreemde personen. Ik zal ze maar vreemd noemen, er zijn ook andere woorden voor, bijvoorbeeld gek, niet aangepast, niet goed snik. Ik wil niet vreemd zijn maar gewóón gewoon. Mijn hele leven heb ik er onder geleden om niet in een normale familie op te groeien.
Ik ben nu 27 jaar en ik schaam me om bij deze mensen te horen. Ze doen en zeggen altijd wat ze willen en in ieder gezelschap. Ze houden geen rekening met mensen die van hun uitspraken schrikken. Sommige leden van de familie dragen buitenissige kleding. Je kunt er met goed fatsoen nergens mee komen. Ze weigeren zich passend te kleden voor de gelegenheid. Een begrafenis in de familie lijkt meer op carnaval dan op een ingetogen ter aarde bestelling van een geliefde persoon. Hield die persoon toevallig van de kleur rose, loopt prompt iedereen in het rose. Tot en met opa en oma. We hebben ooit een nicht begraven die dacht dat ze een heks was en qua karakter klopte dat ook nog. Iedereen had op de crematie een attribuut bij zich dat bij een heks hoort. Bijvoorbeeld een bezem of een kat. Het was echt horror voor mij. Ik was de enige in een gewone zwarte jurk.
Mijn familie houdt van muziek maar is zelf niet erg muzikaal. Dat gegeven houdt ze niet tegen om toch te zingen en te musiceren. Dat moet dan ook nog met publiek er bij in een kroeg of zaaltje. Horen en zien vergaat de toehoorders. Daarbij weten ze niet van ophouden. Ze duwen elkaar van de bühne en het eind van het verhaal is dat ze elkaar proberen te overstemmen met hun instrument. Het publiek ligt in een deuk. Ik wil dan het liefste in de grond zakken.
Ze denken ook dat ze alles beter weten. Ze houden hun mond niet bij politieke bijeenkomsten van de lokale en de landelijke politiek. Ze stellen vragen die geen mens kan beantwoorden. In het zaaltje wordt gegniffeld. De volgende dag moet ik dit allemaal horen van mensen die er bij waren. Keurige mensen die zich aan de regels van fatsoen houden. Ik doe maar gewoon alsof het mij niet raakt maar van binnen ga ik een beetje dood. Mijn ooms en tantes die (zogenaamd) politiek heel bewust zijn, krijgen onderling ook woorden over hoe het land en de stad bestuurd dient te worden. De emoties lopen hoog op. s’Nachts krijgen ze er nachtmerries van. Familie kun je niet uitzoeken die heb je gewoon. Ik voel ze als een molensteen om mijn nek die ik moet meetorsen.
Ik heb nu gemerkt dat ik door veel mensen ook als vreemd gezien wordt. Ze maken aanmerkingen over mijn haardracht (mijn haren reiken tot aan mijn knieën) en ik draag ze los. Dat vind ik mooi. Soms vlecht ik ze en steek ze op in een ingenieus bouwwerk. Verder heb ik mijn huis ingericht op een sobere wijze. Er staat alleen het hoognodige. Ik hou van ruimte om me heen.
Beste P,
Tja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.