Beste Fiena,
Mijn vader was een lastige man. En nu is hij dood.
Eerlijk gezegd is hij al zes maanden dood. Ik mis hem en ook weer niet.
Ik ben verward. Ik dacht eigenlijk al heel lang dat ik niet veel hád met hem. Maar ik merk dat dit niet waar is. Ik heb eigenlijk nog een appeltje met hem te schillen. Maar nu is het te laat. Ik merk aan mijn drie broers en twee zussen dat ze hem niet echt missen. Mijn moeder is opgebloeid. Ze onderneemt van alles en ze krijgt vriendinnen over de vloer. Dat was nooit mogelijk toen mijn vader nog leefde. Mijn moeder is een stuk jonger dan mijn vader. Ik denk veel aan mijn vader, wat ik eigenlijk nog had willen uitpraten. Maar het was moeilijk praten met hem. Ik ben mijn hele leven eigenlijk bang voor hem geweest. Als klein kind heel bang en als volwassene een beetje bang. Het was een man van de oude stempel. Hij bepaalde de regels. Daar week hij niet van af. En o wee als je durfde tegen te spreken. Alle kinderen zijn vroeg het huis uit gegaan. Het gezin is uit elkaar gevallen. Bij ons thuis was het niet gezellig. We liepen op onze tenen, letterlijk en figuurlijk. Nooit was iets goed genoeg wat we gepresteerd hadden en vader mocht vooral niet gestoord worden. Vader deed dutjes overdag en vader moest rustig zijn krantje kunnen lezen en vader had stilte nodig om zijn sigaar te kunnen roken. Vader wilde zes kinderen die zich op kousenvoeten voortbewogen en altijd’ ja vader ‘zeiden. Het gevolg was dat we alles stiekem deden. We gingen stiekem dansen in het dorp, we hadden stiekem het eerste vriendje of vriendinnetje, we rookten allemaal stiekem. Nou ja, onze moeder wist er van. Zij zweeg. Altijd.
Moeder en wij kinderen hielden altijd rekening met vader. Hij hield met niemand rekening.
Bij ons kwam vroeger niemand over de vloer. Geen vriendinnen van mijn moeder en geen vrienden en vriendinnen van de kinderen. Dat heb ik in mijn huwelijk anders gedaan. Bij ons was het een hele gezellige boel. Maar echt contact met broers en zussen had ik niet. Op de verjaardag van vader en moeder zagen we elkaar. Meestal zonder kinderen. Dus de neefjes en nichtjes kennen elkaar ook niet. Daar wil ik graag verandering in brengen. Ik wil voorstellen om een jaarlijkse familiedag in te lassen. Een hele dag waarop de hele familie met aanhang elkaar beter leert kennen. Misschien kunnen we moeder een ereplek geven. Dat zij het middelpunt van de dag is. Fiena, is dit een goed idee?
Beste G,
Op wie lijken je broers en zussen?