Beste Fiena,
Ik ben een echt stadskind. Ik vind het helemaal niet erg om enkele malen per dag ronkende motoren van vrachtwagens op mijn stoep te hebben. Zij moeten hun producten tenslotte kunnen lossen en laden. Het boeit me ook niet om tuintje ter grootte van een postzegel te hebben. Niet dat daar ik trouwens ooit zit. Ten eerste kijk ik naar vier muren. Niemand te zien. Alhoewel... sinds enkele weken heeft de familie Koolmees zijn intrek genomen in een vogelhuisje in mijn tuintje. Dat vogelhuisje was nooit bedoeld als onderkomen voor vogeltjes omdat het op een rare plek hangt. Het huisje was uitsluitend bedoeld ter versiering van een kale muur. Er hangen drie huisjes op een rijtje. Het middelste is nu bewoond. De kat van de bovenburen heeft de nieuwe buren ook ontdekt. Hij zit op wacht en houdt alles nauwlettend in de gaten. Hij kan er gelukkig met geen mogelijkheid bij... hoop ik. Mijn tuintje ziet er wel heel knus uit met klimop op alle muren en een zee van bloeiende zomerplantjes. Plantjes in potten want ik gruw bij de gedachte om in de aarde te moeten woelen en wormen en ander spul te zien en voelen. Ik kijk blij naar alle kleurtjes maar ik ga er niet tussen zitten want binnen de kortste keren word ik belaagd door allerlei kriebelende, veelpotige beestjes. Daarbij is de ene keer te veel wind zodat ik steeds kouderillingen heb of, nog erger veel te warm. Zit ik met het zweet op mijn hoofd een beetje te verbranden. Nee, natuur is niets voor mij. Ik kijk liever vanuit mijn kamer naar buiten. Maar niet te lang want aan de voorzijde van mijn huis is veel meer te doen.
Op zondagmorgen trekt de sacramentsprocessie voorbij. Kort, heel kort. Maar het roept een mooie sfeer op. De zon breekt een beetje waterig door. Precies zoals ik het me herinner van heel vroeger. Maar ik mis de communicantjes en de maagden met de palmen. Maar vooral de beminde gelovigen laten het afweten. Jammer, maar ik geeft de hoop niet op dat deze traditie weer meer aanhangers krijgt.
De buurvrouw heeft bezoek van haar dochter die ver weg woont. Leuk voor haar. Ik zie ze samen wandelen. Ik weet zeker dat ik de verhalen volgende week zal horen. Ik zie een oud echtpaar van verderop in de staat, ze worden oud, valt me opeens op.
In de stad zijn diverse muziekevenementen aan de gang. Een kakofonie van muziekflarden verstoort de zondagse rust na de processie. Mij stoort het niet. Een groepje rumoerige tieners komt langs. Naveltruitjes en spannende kapsels. De jongens voeren gevaarlijke capriolen met hun fiets uit om de meisjes te imponeren. De meisjes giechelen en stoten elkaar aan. Net als vroeger.
Een motor raast voorbij. Veel en veel te hard en met oorverdovend lawaai. Maar ik ben meteen weer klaarwakker. Waar is de politie die deze maniak tot de orde roept?
Een vriendin komt koffie drinken en samen hebben we commentaar op iedereen die voorbij loopt. Unsere Deutsche Freunde, van verre afstand al te herkennen aan... ja aan wat eigenlijk? De kleding? De manier van lopen? Dat is eigenlijk niet te zeggen. Verder enkele verveelde ouders met verveelde kinderen die door de stad slenteren. Hebben ze niks leukers te doen?
Leuk zo’n zondagse zondag. Maar je moet het wel zien! Morgen is er weer gewoon een werkdag. ook leuk!
Beste C,
Genieten van kleine dingen is een kunst.